505
a. Een zware inf. voorzien van alle hulpmiddelen voor den aanval, als zw.
mitr., mijnenwerpers, licht geschut, vechtwagens, enz.; voor de verdediging:
maskers, pantsers, pioniergereedschoppenvoor versneld vervoervrachtwa
gens, rijwielen, paarden, enz.
b. Een lichte art., betrekkelijk weinig talrijk, in staat de lucht- en aard-
doelen te bestrijden in de gevechtszone van de inf. (de taak der zw. art. denkt
schr. zich geheel overgenomen door de luchtstrijdkrachten).
c. Talrijke speciale troepen, zooals genie, geneeskundige dienst, vervoer
wezen, voor het vervaardigen van oorlogsbenoodigdheden, enz.
Het is duidelijk dat een dergelijk leger tot niets meer dienstig is op den
dag dat men elkander zal vernietigen op grooten afstand door vernietigende
golven en doodende stralen. Maar op dien dag zal Mayer gelijk hebben en
kunnen de legers niets beter doen dan verdwijnen. Maar zoover zijn we nog
niet".
Spoorwegen.
Schweiz. Monatshefte für Offiziere aller Waffen No. 2, Februari 1929'
„Bahnleistungen beim Osterreichisch-ungarischen Zusammenbruch November
1918", Generaal E. Ratzenhofer.
We lezen hierin o. a. „In 10 dagen werden (van den 4den tot den 14den
November) ongeveer 400.000 man uit Noord-Tirol, 400.000 man uit het Pus-
terdal en 800.000 man uit de omgeving van Triest en Laibach per spoor naar
hunne woonplaatsen afgevoerd, die zich uitstrekten tot aan de gewezen
Russische en Roemeensche grenzen. 436.000 man waren in krijgsgevangenschap
geraakt, de rest had de nabijgelegen woonplaatsen te voet bereikt".
Krijgsverrichtingen tegen verzetslieden.
Revue d' Infanterie No. 436, Januari 1929. „La manoeuvre et la prise
de Sakhad, 4 Juin 1926", kapitein E. Chaton.
Bevat een beschrijving van de verovering van het laatste centrum van den
opstand der Druzen. De Fransche troepen die er aan deelnamen hadden een
sterkte van
8 bataljons infanterie
1 regiment spahis (uit Marokko) van 5 eskadrons
1 V2 batterij van 75 m. M.
2 berg-batterijen van 65 m. M.
1 eskadron cav.-mitr. op auto's
2 secties lichte tanks en 1 geneeskundige sectie op auto's.
Camouflage.
Mavors No. 3, Maart 1929. „Camouflage", majoor-adjudant G. Kuyper
We halen er uit aan: „Meermalen was reeds over camouflage geschreven,
maar meestal zoo, dat men na lezing nog bijna even weinig wist als er voor.
Men wist dan dat het camoufleeren zeer moeilijk is, dat men slagschaduwen
moet vermijden, enz. Maar op de vraag: Hoe moet ik een camouflage prak
tisch uitvoeren kreeg men meestal geen antwoord".
Schr. heeft de belangrijkste paragrafen vertaald uit VInstruction technique
sur le camouflage"uitgave 1928 en daarmede een wegwijzer gegeven, in
welke richting men moet arbeiden. We troffen aan: 1. Beelden en vormen;
2. invloed van de intensiviteit van het licht op de schaduw3. invloed
van den afstand van den waarnemer op het beeld van de schaduw4 beelden
en kleuren; 5. reproductie van vormen en kleuren door fotografie; 6.conclu
sie 7. overwegingen, gemeen aan alle camouflage.
Vliegerafweer.
All. Schweiz. Mil. Zeitung No. 2, Februari 1929. „La defense contre
les attaques aériennes", Luitenant E. Naef.
In dit artikel (het vorige gedeelte verscheen in No. 10, Oct. 1928) wordt
speciaal de Zw. luchtverdediging in beschouwing genomen. We vinden nog