den eersten luitenant de Ruijter. Groote verslagenheid was na
tuurlijk het gevolg van den vroegtijdigen dood van dezen trouwen
kameraad, zijn naam zal onafscheidelijk aan de Indische militaire
luchtvaart verbonden blijven.
Het vliegleven staat geen lange rouw toe en er werd dus met
mannenmoed doorgewerkt.
Vermeld dient te worden, dat de oudste leerling van den overleden
instructeur onmiddellijk als opvolger kon optreden.
Onderofficieren werden in opleiding genomen, terwijl tevens
de gelegenheid voor miliciens werd opengesteld, opgeleid te
worden tot reserve-tweede-luitenant-vliegenier.
Het rustig voortgaande werk zou echter weder op wreede wij
ze worden verstoord en wel door het verlies, wederom tenge
volge van een val van den commandant der luchtvaartafdeeling,
den kapitein van Houten in December 1921. Hij was een zeer
gezien en geliefd chef, steeds gereed zijne menschen met raad
en daad bij te staan en hij zal daarom ook zeker eene plaats
in het hart van allen die hem kenden behouden.
Een nieuwe commandant trad op, zonder dat dit echter ver
andering in het werk te Kalidjati bracht.
Eén der instructeurs werd tijdelijk bij zijn wapen teruggeplaatst
teneinde voldoende voor den hoogeren rang te halen; voor hem
in de plaats kwam wederom een vliegenier, geheel in Indië
opgeleid.
In begin 1922 kreeg de vliegschool de beschikking over eenen
instructeur, de heer Baker, die in het Engelsche leger, zoowel
op instructiegebied als als frontvlieger zijne sporen had verdiend.
Deze instructeur heeft in zijn driejarig verblijf te Kalidjati
zeer goed werk verricht.
Ik zal alle grootere en kleinere gebeurtenissen welke verder
op de vliegschool plaats vonden niet opsommen, daar ze uit de
courantenberichten overbekend zijn.
De Genie werkte op en in den grond, wij in de lucht; de
resultaten van een en ander zijn, een behoorlijk gebouwde vlieg
school en een corps vliegeniers, dat de vergelijking met het
buitenland kan doorstaan.
Alvorens echter dit verhaal te beëindigen is het mij een be
hoefte te vermelden, dat de bereikte resultaten nooit hadden
kunnen zijn wat ze nu zijn, wanneer niet de technische dienst
der luchtvaartafdeeling, vaak onder benarde omstandigheden, met
geringe hulpmiddelen en weinig geschoold personeel, op loffe
lijke wijze ons terzijde had gestaan.
Ik eindig met den wensch, dat vele goede jongere krachten
uit ons leger als leerling vliegenier op de Vliegschool zullen
komen, zoodat deze steeds in staat zal zijn ons corps op peil
te houden met mannen vol ambitie en bezield met eenen goeden
corpsgeest.
401