outilleerde werkplaatsen zien, waar zoowel motoren als vliegtuigen
grondig nagezien en hersteld worden, zullen zij wellicht even terug
denken aan den oertijd toen de Hall-Scott motoren voor reparatie
moesten worden teruggezonden naar de fabriek in Californië.
Naderhand verbeterde dit in zooverre dat deze herstellingen door
eigen personeel in een particulier atelier werden verricht. In het
licht dezer omstandigheden gezien stijgt het destijds gepresteerde
nog in beduidende mate. De motorenherstellingsplaats welke eerst
in 1920 klaar behoefde te komen, werd eind 1918 reeds in gebruik
genomen. Sedert zijn de werkplaatsen der L. A. nog herhaaldelijk
uitgebreid, zoowel om met de ingebruikname van nieuwe vliegtuig
en motorentypes gelijken tred te houden, als met de uitbreiding
van het korps.
Ook op technisch gebied was experimenteeren in den aanvang
vaak noodzakelijk om tot de gewenschte resultaten te komen, en
dank zij de volharding der technische leiders is hierbij veel bereikt.
Al deze technische proefnemingen hebben grootendeels onopge
merkt plaats gevonden, naargelang er zich moeilijkheden voordeden,
hetzij betreffende de gebezigde houtsoorten of de juiste lijm, hetzij
over vernissen, vliegtuiglinnen, smeermiddelen, verf, koeling, brand
stoffen enz. Want op aviatisch gebied ontbraken nog alle ervarin
gen over gebruik onder tropische omstandigheden, en op heden is
men maar al te geneigd om de nu bereikte bedrijfszekerheid dei-
vliegtuigen als een vanzelf sprekend iets aan te nemen, terwijl dit
vroeger lang niet vanzelf sprak. Het sprekendste bewijs van den
gemaakten vooruitgang vormden wel de bij de L. A. gebouwde
vliegtuigen, waarvan de Avro op 31-12-'24 werd ingevlogen, en
de H. L. (havilland) den 28 October 1925.
Wat betreft de landingsterreinen in Ned-Indië, was men reeds
in 1919 begonnen om buiten de terreinen Kalidjati en Soekamiskin,
een keten van landingsterreinen aan te leggen op de route van
Singapore naar Australië, ten gerieve van den Australischen vliege
nier Ross Smith. Deze terreinen op Bangka en de KL. Soenda-Eil.
waren eind 1919 gereed.
In 1920 werden voor de militaire luchtvaart, doch wellicht nog
meer met het oog op het verwachte burgerluchtverkeer, tijdelijke
landingsterreinen in gereedheid gebracht te Antjol en Grissee, en
claartusschen in, langs de geheele noordkust van Java, een door-
loopende keten van noodlandingsterreinen.
Reeds in dat jaar toch werden uit militaire kringen voorstellen
gedaan om door het houden van proefdiensten met leger- en marine
vliegtuigen, de mogelijkheid van een geregelden luchtdienst tus-
schen Java's grootste steden aan te toonen. Daar de toenmalige
verkeersvliegtuigen bijna uitsluitend eenmotorig waren, zou deze
keten terreinen een volkomen afdoende verzekering tegen nood
landingen hebben gevormd.
404