7. EENIGE BESCHOUWINGEN OVER DE LUCHTVAART- AFDEELING VAN HET NEDERLANDSCH- INDISCHE LEGER, VERGELEKEN MET BUITENLANDSCHE ORGANISATIE'S. door J.J. ZOMER, Eerste luitenant-vliegenier. Ondanks haar 15-jarig bestaan is de Luchtvaart-Afdeeling van het Nederlandsch-Indische Leger (L. A.) nog lang niet in een ont wikkelingsstadium dat we mogen verwachten, dat zij al berekend is voor haar oorlogstaak. Om haar voor die taak geschikt te maken is het noodzakelijk, dat worde vastgesteld, welke eventueel die taak zal zijn. Eveneens is het van groot belang dat zulks zoo spoedig mogelijk geschiedt, aangezien het volgen van een verkeerde lijn en het daarna overgaan in andere richting behalve tijdverlies, ook kosten met zich sleept, en daarop zijn de fondsen, welke voor de L.A. beschikbaar gesteld kunnen worden allerminst toereikend. Een verheugend feit is het intusschen, dat er den laatsten tijd meer over de taak der L.A. geschreven is, te meer daar dit ge schiedde door insiders (LM. T. 1927 Nos. II en 12; 1929No.3). De strekking dezer artikelen gaat in andere lijn dan tot nu toe bij de L. A. gevolgd, en zou men de door de schrijvers van die artikelen uitgestippelde lijn willen volgen, dan dient de wijze van werken der L.A. daarnaar gericht te worden. Detacheering van officieren bij buitenlandsche luchtmachten kan veel bijdragen tot het krijgen van een algemeen practischen blik op de wijze van werken, in het algemeen we noemen in dit verband Engeland, Frankrijk, Italië, Tsjecho-Slowakije. Naar aanleiding van onze detacheering bij de British Royal- Air-Force (R.A.F.), zij het ons vergund in hetgeen hierna volgt oenige vergelijkingen te maken tusschen die R.A F. en de L.A., echter alleen voor wat betreft de aangelegenheden, welke vol gens onze meening ook hier tot hun recht zouden kunnen komen. Een direct in het o.og loopend en kenmerkend verschil dan, is, dat nagenoeg alle hoogere functies worden bekleed door vliegers dan wel gewezen vliegers, hetgeen een logisch gevolg 418

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 38