krachten te velde gaan, daarvoor is het belang van dit wapen voor
de grondstrijdkrachten te hoog.
Een andere factor is, dat het noodig is de aan de waarnemers-
school beschikbare krachten dienstbaar te maken aan de voort
gezette opleiding der jonge vliegers. Thans tracht men hierin
tegemoet te komen, door per jaar enkele vliegers de waarne-
mersschool te laten volgen, doch dit is onvoldoendezoo door
gaande krijgen alle vliegers daartoe geen gelegenheid; er bestaat
in dat opzicht dan ook reeds een achterstand, en alleen het feit
dat verscheidene vliegers genoemde opleiding reeds volgden vóór
hun vliegeropleiding, is oorzaak dat die achterstand niet nog
grooter is. De waarnemersvakken zijn zoo annex aan de taak des
vliegers, dat we er liefst de voorkeur aan zouden geven, alle
eischen voor het waarnemersbrevet te doen opnemen in dat voor
vliegenier. Direct na de vliegschoolperiode een voortgezette op
leiding van minstens een jaar bij een opleidings-vliegtuigafdeeling
in samenwerking met de waarnemersschool, zou behalve een
deugdelijke voorbereiding voor hun oorlogstaak, tevens de dag
taak der jonge vliegers waarborgen.
Een niet te miskennen voordeel van het huidige systeem is,
dat door de opleiding van troepenofficieren het contact met den
troep bevorderd wordt, doch bij het hierboven omschreven systeem
lijkt het ons ook zeer goed mogelijk, de voor infanterie dan wel
artillerie nuttige lessen respectievelijk te doen bijwonen door
officieren der infanterie dan wel artillerie uit de naburige garni
zoenen, of. b v. korte driemaandelijksche cursussen te hou
den, waardoor verscheidene officieren met de L. A. in aanraking
komen.
Een opleiding voor mitrailleurschutters zou dan nog in het
leven geroepen moeten worden, zooals die bij de R. A. F. dan
ook inderdaad bestaat. Daar worden echter uitsluitend de in de
R. A. F. dienende monteurs opgeleid; een distinctief en een kleine
toelage zijn daaraan verbonden. Zij oefenen periodiek met de
afdeelingen waarbij ze zijn ingedeeld en zijn dus doorloopend
voor hun taak berekend.
Willen we als verdere verschilpunten nog even wijzen eenige
zaken betreffende het materieel. Voor het luchttransport wordt
bij de R. A. F. hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een speciaal
daarvoor met Havilland Moth uitgeruste squadron. Dat toestel
met z'n 60 P. K. motor voldoet daartoe uitstekend en is in alle
opzichten veel economischer dan de gebruikelijke oorlogstoestellen.
Ook voor ons zou de aanschaffing van een dergelijk type toestel
aanbeveling verdienen, daar het bovendien bij de L A. nog voor
vele andere doeleinden gebruikt zou kunnen worden. Behalve
bezuiniging op bedrijfskosten zou het een besparing geven op
het aantal oorlogstoestellen.
427'