niet al te moeilijke of ingewikkelde handeling, terwijl men niet
boven de plaats der pétardes, maar nabij een veronderstelde
batterij vliegt, zoodat het doel schuin wordt ingezien. De waar
nemingen worden volgens de bekende methode ten opzichte van
de lijn batterij-doel en een lijn loodrecht daarop, gemeten op
de loodrachte luchtfoto, waarvan de schaal bekend is en
deze meldingen worden genoteerd. Later, als het grondonder-
richt in de radiotelegrafie voldoende ver is gevorderd, verricht
de waarnemer zijn meldingen radiografisch en tegelijkertijd is
dan de code-berichtwisseling tusschen grondstation en vlieg
tuig in werking getreden, zoodat een vrijwel volmaakte na
bootsing van de werkelijkheid in casu de oefeningen te Batoe-
djadjar, etc. wordt verkregen. Alleen een petardeschot is
nu eenmaal rook en meer niet, zoodat het verschil tusschen een
aanslag, springpunt of „twijfelaar" niet te demonstreeren is;
geen wonder dan ook dat te Batoedjadjar in den beginne meer
twijfelaars worden gemeld dan de artillerie op haar geweten
zou willen hebben.
Gedurende deze periode wordt de waarnemer bovendien ge
oefend in de luchtfotografie, waarin hij alleen een graad van
perfectie kan bereiken als zijn vliegenier handig is in het bestu
ren van de „foto-kist", in ieder geval bij de zoogenaamde serie
opnamen Zoo gaat het echter bij het uitvoeren van de meeste
waarnemings-opdrachten juist vliegen, ook het begrijpen en
ondervangen van de moeilijkheden voor den passagier, is de
allereerste voorwaarde van het succes. Het is hier wel de plaats
^r even op te wijzen, dat hoe nuttig ook de samenvoeging van
een bepaald koppelvliegenier-waarnemer in oorlogstijd moge
zijn, de oefeningen in vredestijd een dergelijke permanente com
binatie niet toelaten. En daar zit toch ook wel een zeer goede
zijde aan. Bij de L.A. wordt al jaren lang zoo min mogelijk ge
specialiseerd, een zwakke afdeeling als de onze moet „all-round"
•geoefend zijn zoo wisselen de beurten voor het waarnemings-
vliegen dan ook onder de verschillende beschikbare piloten.
Merkwaardig is het dat de L.A. bij wijze van spreken geen goede,
middelmatige en slechte vliegeniers kent: iedereen moet in zijn
luchtwerk goed zijn, anders wacht hem een hernieuwde cursus
aan de vliegschool of een verhaaste terugplaatsing bij zijn
wapen. Gij zult begrijpen, wat ik bedoel natuurlijk is voor den
ingewijde een duidelijk verschil in vliegcapaciteiten wel degelijk
merkbaar, alleen het vormt geen onderwerp van gesprek, en het
wordt den waarnemers zeer kwalijk genomen als zij hun oordeel en
dus hun critiek over het vliegen ten beste geven. Dit klinkt voor
den buitenstaander mogelijk vreemd, maar men bedenke dat het
moreel der middelmatigen en dus ook hun kundigheid, stijgt
door meer van hen te verwachten dan zij op het oogenblik nog
;kunnen geven.
Maar laten wij terugkeeren tot het eerste gedeelte der oplei-
431