vak voor, dat een welbekenden naamt draagt: tactiek. Het is dit gedeelte van het onderricht dat recht op het doel van de waarnemers-opleiding afgaat en men houde mij ten goede dat ik nog even een uiteenzetting geef van wat onder de tactische instructie wordt verstaan. Te dikwijls toch werd en wordt nog bij de luchtvaart de techniek voorop gesteldde kennis van vliegtuigen en motoren, de techniek van het vlie gen zelf lijkt veelal den insider belangrijker dan de studie der tactiek, die men gaarne overlaat aan militaire geleerden buiten de luchtvaart. Dat is fout, want al moge een Clause- witz in staat zijn een zuivere algemeene doctrine te geven van het gebruik der luchtstrijdkrachten, voor het begrijpen van de beginselen in onze omstandigheden, voor het toepassen van de juiste maatregelen in de steeds wisselende oorlogsgevallen moet men met beide beenen in de „vliegerij" staan. Nu zijn onze leerling-waarnemers de menschen, die na een vrij langdurig verblijf bij de L. A., hun kennis van het wezen onzer militaire luchtvaart bij den troep zullen kunnen verspreiden; mogen wij hen dan alleen opleiden tot technisch zuiver werken de luchtverkenners, artillerie-waarnemers of bombardeurs? Mogen wij volstaan met hen alleen de tactiek der grondstrijdkrachten te doceeren, zooals wel gedaan werd en, naar mij bekend is, in sommige landen nog wordt gedaan, uitsluitend ten behoeve van hun verkenningstaak Neendaarnaast behoort te staan het inzicht in het gebruik van onze luchtstrijdkrachtenwaarvoor bijv. een bombardement, een verkenning, een foto-opdracht dient, hoeveel en welke vliegtuigen wij er voor zullen inzetten, hoe de grondtroepen zich tegen den aanval kunnen verweren en wat dies meer zij. Het programma van den tactischen cursus moge hieronder volgen 1. De geschiedenis van de ontwikkeling der militaire luchtvaart (een korte inleidende schets, die in het bijzonder ten doel heeft, den leerling op de hoogte te brengen van het, voor de tactiek der luchtstrijdkrachten zoo overwegend belangrijke begrip der specialiseering). 2. De waarnemingsdienst aan de hand van het V. O. G L III en de tactische reglementen (A. T. V., G. V. I., G. Mob. A.). 3 Tactische oefeningen op de kaart in luchtwaarneming en het gebruik van luchtstrijdkrachten. 4. De vliegtuigbewapening (tactische bespreking). 5. De tactiek van het luchtgevecht, den bomaanval en den slagvliegdienst. 6. Luchtafweer (waarbij camouflage). 7. Het strategische gebruik der luchtstrijdkrachten. 8. Landingen (waarbij een bespreking der maritieme lucht strijdkrachten). 9. De grondorganisatie. 434

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 54