9. DE BEWAPENING DER LUCHTVAARTAFDEELING. door R. ROOS. Eerste-luitenant-vliegenier. Inleiding. Niet lang na het ontstaan der L. A. begon men aandacht te wijden aan het vraagstuk der bewapening. Te verwonderen behoeft zulks niet, wanneer men bedenkt dat de bewapening gerekend behoort te worden tot één der belangrijkste onderdeelen van een militairen vliegdienst. Dat er, na lezing van dit artikel, toch ongetwijfeld veel plaats voor verwondering open zal blijven, vindt juist zijn oorzaak in het feit dat „men" in het ontwikkelingstadium, dat de L. A. heeft doorgemaakt nog niet voldoende aandacht heeft kunnen schenken aan de juistheid der in den vorigen zin aangegeven stel ling. „Een der belangrijkste onderdeelen" is eerder nog te zwak dan te sterk uitgedrukt. Want zoodra men de éénpersoons jachtvlieg tuigen, welke naar onze meening een groot deel van onzen vlieg dienst moeten uitmaken, beschouwt, is de bewapening alles. Een jachtvliegtuig is feitelijk niets anders dan een vliegend schietin- strument. In 1920 werd de eerste opdracht tot het aanschaffen van vlieg tuigmitrailleurs gegeven. Reeds aanstonds kwam men hierbij voor de keuze van het kaliber te staan n. 1. 6.5 m. M. of een zwaarder, b. v. 7.5 a 8 m.M. De keuze viel op het zwaardere kaliber en zoo kwam in 1922 een contract tot stand met de Ned. Eng. Techn. Handelmaatschappij voor levering van Vickersmitrailleurs, kaliber 7.7, benevens een hoeveelheid munitie, waaronder rook- eti licht spoormunitie. Bovendien omvatte het contract ook de levering van 24 afvuurinrichtingen, type Constantinesco. Na uitgebreide keuringsproeven door een commissie benoemd door den Minister van Koloniën kreeg een en ander in 1923 z'n beslag en had de aflevering en verscheping naar Indië plaats. Mitrailleurs. Ontvangen werden 78 band- en 78 trommelmitrailleurs. De band mitrailleurs worden gebruikt door den bestuurder van het vliegtuig. Ze hebben een vaste opstelling op het voorste deel van het toestel, ongeveer evenwijdig aan de lengteas daarvan. Het vuren geschiedt 439

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 59