ander soort voor den z. g. bodemmitrailleur. Dit is een gewone
trommelmitr., welke achter de zitplaats van den waarnemer op den
bodem van het vliegtuig wordt aangebracht om den grooten, doo-
den hoek onder het vliegtuig te verkleinen. Een geliefkoosde aan-
valswijze toch is om achter en onder den staart van de tegenpartij,
te komen, wijl dit den aanvaller vele voordeelen biedt, zelfs tegen
over een tegenstander die een schutter achterin heeft. Heeft die
schutter nu de beschikking over een bodemmitrailleur, welke ach
terwaarts omlaag vuur kan uitbrengen, dan is dit voor den aan
valler een ernstige bedreiging.
De schutter kan echter dien bodemmitr. om verschillende redenen
(tijdverlies, uit het zicht raken van den aanvaller, weinig ruimte,
geen uitzicht beneden in het vliegtuig, enz.) niet rechtstreeks be
dienen, waarom er een bedieningsapparaat geconstrueerd is, dat
den schutter gelegenheid biedt om staande dat wapen te bedienen.
Niet alleen het afvuren (thans automatisch) doch ook het bewegen
van den mitrailleur, binnen bepaalde grenzen, is hiermede moge
lijk. Voor het richten is geen vizier aanwezig. De bundel wordt met
behulp van lichtspoonnunitie op het doel gebracht.
Richtmiddelen.
Bij het schieten in de lucht hebben we voor wat betreft het richten
rekening te houden met het feit dat èn de schutter met zijn wapen
èn (meestal) het doel zich ten opzichte van elkaar verplaatsen. Dit
vereischt voor de richtmiddelen bijzondere voorzieningen. Beschou
wen we afzonderlijk de verschillende gevallen.
Zooals reeds opgemerkt werd zijn de mitrailleurs van den be
stuurder (meestal heeft hij twee mitrailleurs tot zijn beschikking)
ongeveer evenredig aan de lengteas van het vliegtuig opgesteld.
Doordat nu de bewegingsrichting van het vliegtuig nagenoeg even
wijdig loopt met die lengteas geschiedt de verplaatsing van de mi
trailleurs practisch in de richting der zielas. De bestuurder behoeft
bij het vuren geen rekening te houden met eigen beweging.
Anders is dit echter met den waarnemer, die bijna altijd schiet
in een richting, welke een hoek met de bewegingsrichting van het
eigen vliegtuig maakt. Nemen we als sterk sprekend voorbeeld de
richting loodrecht daarop, terwijl gevuurd wordt op een stilstaand
doel, dan is het duidelijk dat, wanneer rechtstreeks de zielas op
dat doel gericht werd (andere factoren buiten beschouwing latende),
de kogel een zekeren afstand voorbij dat doel zou passeeren. x)
Een correctie is derhalve noodig, welke rekening houdt met de
eigen snelheid van het vliegtuig. Hiervoor wordt vrij algemeen het
z. g. windvaanvizier toegepast. Het voetstuk hiervan staat op de
plaats van den korrel, vóór op den mantel van den mitrailleur.
443
Het projectiel heeft n. 1. een tweeledige beweging, een in de richting
van het doel en een in de richting van het eigen vliegtuig.