Met den bestuurders-mitrailleur is in de lucht nog geen schot gelost, hetgeen inoet worden toegeschreven aan het gemis van een behoorlijk schietterrein en het gebrek aan bewapeningspersoneel. Aan het schietterrein moeten n.l. bijzondere eischen worden gesteld, in verband met de groote spreiding welke verwacht kan worden. Toch is b. v. Batoedjadjar voor het schieten op grond- schijven, ook met den bestuurders-mitrailleur, zeer wel te gebruiken. Doch bij het schieten door het schroefveld wordt tevens als eisch gesteld dat er een (nood) landingsterrein in de onmiddellijke nabij heid beschikbaar is, en dit laatste was tot voor kort te Batoedjadjar niet het geval. Voor het vuren op luchtdoelen, hetzij door den bestuurder hetzij door den waarnemer, is een uitgestrekt veilig rayon noodig, zoodat daarvoor steeds aan de kust in de richting van de zee geoefend moet worden. Hiervoor is men thans doende een terrein in te richten aan de Zuidkust, ten zuiden van Tjibeber. Het ligt in het voornemen aldaar een landingsterrein, een opstelling voor grond- schijven en een terrein voor het bonnnenwerpen, aan te leggen zoodat in de toekomst gelegenheid zal zijn om de gewenschte oefeningen te houden. Organisatie. Hierboven noemden wij reeds personeelsgebrek als een der oor zaken dat er nog zoo weinig bereikt was op het gebied der bewape ning, terwijl wij in de inleiding er op zinspeelden dat men nog niet voldoende aandacht heeft kunnen schenken aan de belangrijk heid van dit onderdeel. Dit laatste uit zich wel in 't bijzonder in het ontbreken van een georganiseerden bewapeningsdienst. Een der officieren-vliegenier is belast met de werkzaamheden van bewape ningsofficier en moet deze naast zijn gewonen dienst verrichten, zoodat hij er zich niet ten volle aan kan geven. Wel heeft hij de beschikking over twee geweermakers, met een knecht en een cor- veër, doch een der geweermakers is nog speciaal belast met het onderhoud en de herstelling van de wapening van de werklieden compagnie, terwijl de oudste geweermaker veel administratieve werkzaamheden, als inventaris, munitieverantwoording, enz. te ver zorgen heeft. Bovendien is dit personeel niet voor de functie van bewapeningsmonteur opgeleid. Op deze wijze is het voor hem onmogelijk aan de hoofdzaak, het schietklaar maken der vliegtuigen, voldoende aandacht te schenken. En reeds dadelijk worde er op gewezen, dat hieraan veel meer werk verbonden is, dan een buitenstaander oppervlakkig zou meenen. Het moet dan ook noodzakelijk geacht worden dat de bewapeningsdienst georganiseerd wordt waarbij gerekend moet worden (om alleen de hoofdzaken te noemen) op een officier, die Hoofd van den Bewapeningsdienst is, en daaraan dus zijn geheele 446

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 66