persoon en werkkracht kan wijden, terwijl voorts bij iedere vlieg-
tuigafdeeling minstens twee bewapeningsmonteurs (of hoe men hen
noemen wil) moeten zijn, die speciaal met de bewapening der
vliegtuigen belast zijn. De reeds aanwezige geweermakers vinden
dan hun werk in het geweermakersatelier voor wat betreft onder
houd en herstelling der mitrailleurs en andere onderdeelen tot de
bewapening behoorende.
Hiermede eindigend hebben we de kwestie der vliegtuigbommen
en het bommenwerpen geheel buiten beschouwing gelaten. Dit vindt
niet zijn oorzaak in het feit dat genoemde zaken van minder belang
zouden zijn. Het tegendeel is waar. Ook behooren zij wel degelijk
tot de bewapening, als geheel genomen. Doch de praktijk bij de
L. A. leidde er toe dat dit deel door andere personen wordt behar
tigd, terwijl ons bovendien tijd en plaatsruimte ontbreekt om daar
thans uitvoerig (want het is een vraagstuk op zichzelf) op in te
gaan.
Mogelijk kan er later wel eens in dit Tijdschrift op teruggekomen
worden.
447