11. HET INVLIEGEN VAN TOESTELLEN.
door
J. SWARTJES.
Eerste-luitenant-vliegenier.
Ieder nieuw uitgekomen toestel en ieder toestel, dat in revisie
is geweest, wordt in de montage-afdeeling opgebouwd. Na volle
dige montage volgt de keuring door een ingenieur van den
Technischen Dienst, welke keuring voornamelijk omvat het zich
in goeden staat bevinden van alle fittings, of alle verbindingen
goed uitgevoerd en goed verzekerd zijn en of stuur- en bedienings
organen gemakkelijk beweegbaar zijn. Hierna wordt het toestel
overgegeven aan den invliegpiloot, wiens taak het is het vliegtuig
verder af te stellen en den motor en de instrumenten te controleeren.
Om dit te kunnen doen moet het toestel gevlogen worden, waar
bij als vaste regel geldt, dat iedere eerste vlucht in ballast
geschiedt en dat, alvorens te starten, alle stuurorganen en de
motor zorgvuldig beproefd worden. Direct na den start geschiedt
dit beproeven van de stuurorganen nogmaals ten einde de ge
legenheid te hebben het toestel, indien hier iets aan mocht
haperen, oogenblikkelijk weer neer te kunnen zetten. De invlieger
moet letten op de ligging van het toestel in de lucht; het mag
niet overhellen, niet wringen (d.i. steeds uit zijn koers willen
gaan, waardoor de piloot genoodzaakt zou zijn om een constante
druk op het voetenstuur uit te oefenen) en niet neus- of staart-
zwaar zijn. Verder mag het toestel niet trillen, hetgeen een gevolg
kan zijn van een niet goed uitgebalanceerde schroef, en mogen
de kabels niet te los of te strak gespannen zijn. De motor moet
regelmatig loopen, goed functioneeren op beide magneten af
zonderlijk, de olie- en benzinedruk mogen niet te laag of te
hoog zijn en de water- en olietemperatuur mogen niet te hoog
zijn. Verder moet de motor in de lucht op langzaam toeren
kunnen blijven doorloopen en moeten alle instrumenten goed
aanwijzen. Op den grond wordt nog geprobeerd of de motor
wel stopt, indien de benzinekraan gesloten wordt. Dit laatste
is een dringende eisch voor de veiligheid, welke bij een even-
tueelen carburator-brand in de lucht het leven van vliegenier
en passagier(s) kan redden. Immers moet in dit voorkomende
geval de benzinekraan gesloten worden en met vol gas getracht
worden de brandende hoeveelheid benzine zoo spoedig mogelijk
door den motor heen te jagen.
463