610
Heerestechnik No. 3, Maart 1929. „Die deutschen Eisenbahngeschiitze
im Weltkriege an der Land- und Küstenfront" Methling. Het slot van het
reeds eerder aangekondigde artikel, zie ook I. M. T. blz". 500. Thans worden
beschreven enkele Fransche, Engelsche en Amerikaansche typen van spoor-
weggeschut. Onder de vele afbeeldingen troffen we o. a. aan die van een 38
c.m. kanon op vaste bedding met schootsveld van 360 graden, dat bereikt
werd door middel van een draaischijf.
Mil. Wochenblatt No 34, Maart 1929. Technischer Rundblick", Kolonel
Blümmer. Hierin vinden we o. a. dat iedere Fransche cav divisie thans be
schikt over een pantserauto-afdeeiing, bestaande uit 3 afd. elk van 12 wagens.
Bewapening1 zware mitr. en 1 kanon van 3,7 in draaitoren. Gewicht6 ton.
Snelheid 20 k.m. per uur. Pantserdikte 8 m.m.
Overigens bevat het artikel beschouwingen over tankafweerin Rusland ge
houden proeven met springmiddelen, om een Renault-tank buiten gevecht te
stellen; de legermotoriseering in Amerika; het feit dat in Frankrijk wordt
aangedrongen op invoer van een lichten veldhouw. van 10,5 c.m. bij de div. art.;
de wenschelijkheid van toevoegen aan de cav. van cav.-geschut met min. 5000
M. dracht Daarvoor wordt aanbevolen het 7,5 c.m. Schneider berggeschut
met 6000 M. dracht, dat op 5 paarden vervoerd kan worden, getrokken, of
door menschen gedragen en dan in 10 lasten verdeeld. Ten slotte vinden we
een en ander omtrent kabelballons.
Infanterie-bewapening.
Mil. Wissensch. undTechn. Mitteilungen, MaartAprilnummer 1929.
Zwei leichte Maschinengewehre"Kapitein G. Daniker.
In dit artikel worden vergelijkende beschouwingen geleverd over den Fran-
schen geweermitrailleur M. '24 en den Italiaanschen lichten mitr. M. '26. De
werking van beide wapens wordt verklaard aan de hand van détailteekeningen.
Schweizerische Monatschrift fiir Qffiziere aller Waffen No. 3,
Maart 1929. Die zakünftige Entwicklung der Infanteriebewaffnung", kapitein
G. Daniker. Schr. merkt op dat de meeste artikelen in de militaire tijdschriften
der laatste jaren over inf. wapens, alleen een enkel wapen in beschouwing nemen.
Hij wil daarom wijzen op den samenhang die er bestaat en zoodoende komen
tot een oplossing van het bewapeningsvraagstuk waarbij het aantal wapens
zoo gering mogelijk wordt en waarbij dus aan hetzelfde wapen verschillende
opdrachten kunnen worden gegeven. Dikwijls moet gezocht worden naar een
compromis, met de verschillende nadeelen daaraan verbonden. Het artikel
bevat vele afbeeldingen van moderne inf. wapens.
Mil. Wochenblatt, No. 32, Februari 1929. „Das Französische leichte
Maschinengewehr"in dit artikel vinden we o. a. wat bewapening en uitrusting
van het personeel betreft, dat de comdt. 6 houders draagt, (150 patronen en
bewapend is met karabijn met 45 patronen. De schutter heeft 3 houders75
patronen, pistool 7,65 en 21 tot 27 patronen; een munitie-drager heeft 14
houders: 350 patronen, pistool en 21 tot 27 patronen. Wat den mitr. betreft
vinden we vermeld: totale lengte 1,07 M.lengte loop 0,50 M.gewicht
steunvork 660 gr.gewicht gevulde houder 900 gr.gewicht van een mitr.
ransel 8,820 9,170 K. G.
All. Schweizerische Mil. Zeitung No. 2, Februari 1929. „„Die Ballistik
des französischen" Fusil mitrailleur '24" kapitein G. Daniker. Schr. geeft
ballistische beschouwingen over genoemd Fransch automatisch wapen waarvan
nog enkele gegevens zijn (zie ook bovenjproj. gew. 9 gram kaliber 7,5 m. m.;
V0 850 M./sec.
La Revue d'infanterie No. 437, Februari 1929. „La chasse anx objec-
tifs modernes et le canon de petit calibre", commandant Laffargae. Schr. wijdt
eenige beschouwingen aan den keinkaliber-vuurmond in verband met wat
generaal Langlois schreef in zijn: „Enseignements de deux guerres rêcentes,
guerres turco- rasse et anglp-boër en waarin de pom-pom der Boeren wordt
aangehaald als de voorlooper van het moderne kleinkaliber-kanon, dat in den
wereldoorlog het eerst gebruikt werd in den vorm van den bekenden 37 m m.
der Franschen. Schr. stelt zich nu ten doel in het artikel twee vragen te