convooi vergemakkelijken. Het convooi is omringd door het gros van de colonne en volgt het pad, dat regelrecht van Chechaouen naar Kala voert. Dit gros bestaat uit eenheden van het Tercio, de Spaansche infanterie, bergartillerie en sappeurs. Een deta chement regulares heeft tot opdracht het verband te handhaven tusschen de Mehalla en het gros en tevens het laatstgenoemde naar de bedreigde zijde tot flankdekking te dienen. De tabor regulares, wiens officieren mij medenemen, telt 3 cieën, met Mausers zonder bajonet bewapend, en een cie. Hotch- kiss-mitrailleurs van 4 stukken, uitsluitend Europeanen. De sterkte der cieën is sterk gekrompen door de verliezen sedert het begin der expeditie geleden en door de moeilijkheden bij de aanvulling in de huidige omstandigheden. De 3" inh. cieën tellen vanmorgen niet meer dan 260 man. De marsch gaat dadelijk steil omhoogna een uurtje klimmen bereikt onze flankdekking een kam, dwars op den marschweg en zoodra de patrouilles dien willen overtrekken, krijgen zij vuur van een rug, 400 M. daarachterliggend en uit een eikenboschje in het verlengde daarvan. Dadelijk ontplooit zich de infanterie, de mitrailleurs komen in stelling en men beantwoordt de niet zeer talrijke schoten van de tegenpartij met een hevig vuur, dat eenige minuten aanhoudt. Dan komt de order vooruit te gaan, den rug tegenover ons te bezetten en het boschje te zuiveren. Een cie. gaat met een ongeloofelijke snelheid en onder een wild gehuil ten aanval. Zonder moeite bereikt ze haar doel, dat de vijand overhaast heeft ontruimd, en de rest van de flankdekking is spoedig opgesloten. Wij richten ons in op den veroverden rug, die juist de stelling is, die wij moeten bezetten, zoo lang de colonne bezig is met het approviandeeren van de post Kala en de omliggende blok huizen. De operatie bestaat in het uitladen en opbergen der vivres en munitie van het convooi, terwijl de genie de verdedi gingswerken weer in goeden staat brengt, en verder in het in laden van zieken en gewonden, voor Chechaouen bestemd. Zulks duurt twee uur, waarin het vuur steeds zwakker wordt tot op het moment, dat het signaal voor den terugmarsch is gegeven. In Marokko is dat altijd het moeilijkste gedeelte van de opdracht. De vijand maakt van het teruggaan gebruik om de achterhoede dicht te naderen en te trachten afdeelingen daarvan af te snijden en te vernietigen. Maar vandaag valt niets van dien aard te duchten. De verzetslieden, waar wij mee te doen hebben, zijn te gering in aantal en schijnen verdoofd door den zondvloed van projectielen, die wij over hen uitgegoten hebben. Niettemin wor den de gebruikelijke voorzorgen getroffende terugtocht gaat echelonsgewijze, waarbij de mitrailleurs van vuurstelling tot vuur- stelling de infanterie steunen. De beweging wordt te lichter uit gevoerd, waar het terrein zich daartoe leent en de mehalla, van 518

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 10