boven, ons nog steeds beschermt. Ongehinderd komen wij in het kamp tegelijk met de colonne. Totaal hebben de Spanjaarden niet meer dan twintig man verlorende regulares zijn bedreven in den bergoorlog. Zij manoeuvreeren handig, maar blijken overdreven veel van schieten te houden, een gebrek, dat allen Marokkaanschen troepen aan kleeft, de vuurdiscipline schaadt en de troep, dronken van kruitdamp, uit de hand doet geraken. Hoewel men overmachtig is, wordt niet vervolgd. De oorlog voering aan Spaansche zijde is zuiver geografisch, men beperkt zich tot het bezetten en vasthouden van bepaalde punten zonder naar vernietiging van 's vijands strijdmacht te streven. Het ver mijden van „koopjes" in zijn uiterste consequentie (43) Intusschen heeft de generaal Primo de Rivera, naast zijn functie van president van het Directorium, het opperbevel van de troepen in Afrika op zich genomen, teneinde de door hem voorgestane concentratie onder zijn persoonlijke leiding te doen uitvoeren. Hoe het beloop der geconcentreerde linie zal zijn, blijkt het eerst uit het verslag van een interview met Primo in de Debate van 14 October 1924. In het Westen zal men zich terug trekken achter een linie, die op korten afstand Tetouan, den weg Te- touan Tanger en den in aanleg zijnden spoorweg van Tanger naar Ogar el Kebir zal dekken. In het Oosten houdt men de Kertlinie vast om de mijnen in de omstreken van Selouan en aan den benedenloop van de Muluya te beschermen. Als voor deel van die concentratie wordt genoemd een belangrijke inkor ting van de verbindingen in den rug. Ontruimd moeten dus de posten: 1. van Teffer tot Ocar el Kebir, 2. van Dra el Asef over Chechaouen tot Tetouan, met de zijlinie tot Bouharrax, 3. de posten Z. van de linie Fondouk- Regaia, 4. van Megaret tot Souk el Khemis, zulks ter informatie van Abd el Krim. Van de te ontruimen posten zijn echter nog een aantal door den vijand ingesloten, o. a. Souk el Khemis, waarheen men een colonne, ruim 2.000 man sterk, gezonden heeft tot ontzet van Raissouli, die meldde, dat hij te Tazarout door zijn eigen afvallig geworden stam belegerd wordt, en verzocht naar Arzila te wor den afgehaald. Deze melding blijkt gediend te hebben om de Spanjaarden in een hinderlaag te lokken en de te hulp gezon den colonne kan zich nauwelijks binnen el Khemis redden, waar ze sinds belegerd wordt. De bezetting van Bouharrax en omliggende posten maakt, ook al door watergebrek, angstige tijden door. Een colonne, onder kolonel Ovilo, tot ontzet oprukkend, kan halverwege niet verder. Men treedt met de verzetslieden in onderhandeling en pecuniae gratia bedingt men a contant den aftocht der in het nauw ge brachte garnizoenen. Een politieke transactie noemt men dit. 519 (43) Vergelijk A. Kruisheer, Atjeh 1896, II p. 156-161.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 11