Om Souk el Khemis te ontzetten, heeft de generaal Riquelme, die de zone van Larache commandeert, alle troepen, die hij kan vrij maken, naar Megaret gedirigeerd. Daar de posten, het grootste deel van de strijdmacht absorbeeren, is deze mobiele colonne niet sterker dan 2500 man. Den llden October gaat men uit Megaret den marsch in en moet men zwaar vechten om Qozal te bereiken Van den 12den tot den 15den houdt men zich bezig met het oprichten van drie blokhuizen O. van het pad naar Bab es Sor om den terreinplooi te beheerschen, waarbinnen dat pad loopt. Behoudens op den 14den heeft men daarbij weinig last van den vijand. Den 15den s avonds is alles gereed voor den laatsten sprong van Qozal naar Bab es Sor (lett. poort in den muur)vandaar tot el Khemis zijn de verbindingen eenvoudig. De kolonel Carrazco, van de vliegschool te Madrid, zal de colonne commandeeren, die bestaat uit 600 man regulares, 7 cieën Spaansche infanterie met 3 cieën mitrailleurs, een Eur. en een Inh. pel. cav. benevens een bergbatterij, in totaal iets minder dan 2.000 man. De colonne ver trekt den 16den, te 9 v. van Gozal, op een afstand gesteund door een 7.5 c. M. batterij, die voor het kamp van Qozal in stelling gekomen is, en door de bombardementsvliegtuigen van de escadrille van Larache. (44) „Uit de artilleriestelling kan men van verre de ontwikke ling van het gevecht volgen. De colonne heeft de gewone marsch- indeeling: de regulares en de cav. in de voorhoede en op de flanken het gros, gevormd door de Spaansche infanterie, de berg batterij en de treinen dekkend. Het terrein is buitengewoon grillig en geëigend voor de vechtwijze der verzetslieden, een laby rinth van bergruggen met steile hellingen en diepe ravijnen, echte moordholen, waaruit de Rifaansche tirailleurs eensklaps op kor ten afstand kunnen opduiken. Bijna onmiddellijk na het vertrek van Qozal heeft de tegenpartij de colonne geharceleerd, vooral van rechts, waar het pad minder door de blokhuizen beschermd wordt. Ondanks de verliezen wordt de voorwaartsche beweging, zij hst langzaam, niet onderbroken en omstreeks 1 u. n, staat de kolonel Carrazco voor den laatsten rug, die den weg tot de voorwerken van Bab es Sor verspert. Op dezen langen kam heeft de vijand zich ingegraven en wacht hij de Spanjaarden manmoedig afde plaats der loopgraven is zeer goed gekozen, ze zijn met groen gemaskeerd en hebben een uitstekend schootsveld. Toch hebben de partijgangers een ern stige fout daarmee begaan, want, telkens, als de Marokkanen trachten de Europeesche vechtmethoden na te volgen, verliezen zij hun voornaamste voordeel, de bewegelijkheid, die hen onaan tastbaar maakt. Als men ze in stelling vindt, is het betrekkelijk 520 (44) Naar het verhaal van den luit. kolonel R. Kann, Dans le Maroc es- pagnol en guerre.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 12