van Castro Tetouan, waar Primo ze met volgende proclamatie ontvangt: Aan het leger van den Westelijken sector! Gij betreedt Tetuan als overwinnaars na de moeilijkste opera ties te hebben uitgevoerd, belegeringen te hebben opgeheven, de ontruiming van verwijderde posten te hebben verzekerd en na teruggetrokken te zijn door een lang défilé, waarvan de zijden door den vijand beheerscht werden. Dat vorderde in de huidige tijdsomstandigheden de eer en het fatsoen van Spanje.Bravo, heeren generaals, officieren, onderofficieren en soldaten! Don Miguel is een landsman van den barbier van Sevilla en niet spoedig verlegen, zooals de kolommen van el Debate getuigen. Men heeft nu troepen om tegen de Andjera te ageeren. Drie colonnes, globaal 20.000 man sterk, worden daartoe gevormd en slagen erin el Q?ar es Seghuir te heroveren. Daarmee is de Primo de Rivera-linie tot stand gekomen. Wat de dictator met zijn linie beoogt, blijkt uit zijn interview met den correspondent van de A. B. C.Binnen enkele dagen beginnen wij, bevrijd van de zorgen over het leger van Chechaouen, met het noodige te verrichten tot het definitief vastleggen van onze linie. Dat zal een questie zijn van enkele weken. Die linie moet sterk genoeg zijn, om, niet alleen de insluiting van welken post ook, maar tevens de verbinding der stammen van het binnen land met de kust en met de wegen, die naar belangrijke punten als Tanger b.v. leiden, te beletten. Ik stel mij voor, dat er aldus geen geweer meer overblijft buiten onze linie, noch, naar ik hoop, binnen onze linie. Ons plan is de Marokkanen te verplichten goede betrekkingen met Spanje te onderhouden, zich aan het Maghzen van Tetuan te onderwerpen en de orde niet te verstoren. Wii gaan zuiver het binnenland blokkeeren en het land zoodoen de verplichten om de Cherifijnsche regeering, die de eenige, wettige is, te aanvaarden. Nu eerst gaat onze eigenlijke actie in Marokko beginnen. Ik hoop, dat, dank zij deze methoden, wij er snel in zullen slagen om de autoriteit van het Khalifaat in heel de zone van ons protectoraat te doen erkennen, want niemand denkt aan een opgeven van het laatste, noch aan een niet nako men van onze verplichtingen. Zeer terecht teekent de Markies de Segonzac hierop aan. N'est-ce pas porter un défi au bon sens que prétendre accomplir de suite, avec une poignée d'hommes, sans crédits et au lendemain d'une retraite lamentable, ce que l'on n'a pas pu faire enjf ans avec 150.000 hommes, en dépensant5 millions par jour(4yj Wat te denken van een blokkade, die de geheele Middellandsche Zeekust van de Rio Martin tot aan de O. Kert in handen der Rifanen laat? Het is een herleving van de geconcentreerde linie, onzaliger nagedachtenis. (49) Revue de Paris, 15/2-1925, p. 875-76. 525

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 17