Allereerst de doelstelling: zelfs bij offensieve ondernemingen
wordt het bezetten van een bepaalde positie als doel aangegeven.
Dit doel wordt geacht bereikt te zijn, als de vijand zoo beleefd is
geweest voor de ontwikkelde overmacht tijdelijk uit den weg
te gaan; de geografische oorlogvoering, die Foch beschrijft als:
„Le sentiment de la force a fait place a celui de la figure-, la
mécanique de la guerre est devenue géometerie de la guerre; 1'
intention tient lieu de fait; Ia menace, de coup, de bataille". (53)
Vergelijken wij hiermede de doelstelling in de meer aangehaalde
Instructie voor de troepen in Atjeh van 1902: „2 a. Het opsporen,
vervolgen en onschadelijk maken van niet onderworpen hoofden,
van regelaars van den heiligen oorlog en hunne gemachtigden,
van bendehoofden en hunne benden en het opruimen van hunne
tijdelijke schuilplaatsen en voorraden'', de doelstelling bij de Pidie-
expeditie: „Aan te tasten en te verslaan het sagihoofd der XXII
Moekim, Panglima Polem en de verdere vijandelijke hoofden met
hunne benden, die in de VII Moekim verzameld mochten zijn.
Alle hoofden in de Pidie-streek te dwingen tot erkenning en
eerbiediging van het Nederlandsche gezag". (54); dan behoeven
de fouten van het Spaansche systeem niet nader te worden aan
getoond.
Naar den letter van de beginselen Berenguer-Frisch worden
alle wegen door posten omgeven en andere op domineerende
punten opgericht. Het streven naar het bezetten van een zoo
groot mogelijke uitgestrektheid leidde tot een steeds aangroeiend
aantal posten, blokhuizen, uitkijktorens e. d. en zoo was er ten
slotte geen rug, geen top, geen terreinverheffing onbezet. Op een
oppervlak van nog geen zevende van Java telde men eind 1923
niet minder dan 214 posten. Met al deze bezettingen bleven
natuurlijk weinig mobiele troepen beschikbaar, zoodat deze bij
de minste vijandelijkheden juist toereikend waren om de trans
porten en convooien te dekken. Bij opstand moest de zoo ge-
wenschte klap (55) door gebrek aan mobiele troepen achterwege
blijven en konden onbeduidende ongeregeldheden tot een verzet
in grooten stijl oplaaien. Tegenover den bewegelijken, maar
numeriek veel zwakkeren vijand werd men aldus tot het defensief
gedwongen, wat zijn terugslag had op het moreel van den troep,
die geen nacht buiten de posten durfde door te brengen zonder
530
(53) Principes de la guerre, p. 27.
(54) Qouv. Besl. dd. 5 Maart, 1898, No. 1.
(55) Bugeaud schrijft, ten aanzien van dien klap, voor: „Supposons que
l'insurrection éclate sur plusieurs points d'une province ou dans plusieurs
provinces en même temps, faut-il se croire obligé de courir partout a Ia fois
pour éteindre l'incendie? Ceci serait contraire a toute bonne spéculation de Ia
guerre et aux principes posés depuis Iongtemps. Les Arabes (en de I.V. ten
onzent ook niet C.) ne concentrent pas leurs forces locales en dehors d'un certain
rayon. Laissez-donc les autres s'agiter et ne vous croyez pas toujours obligé
de courir un peu partout oü elle se manifeste. Frappez vite el fort sur Ie pre
mier foyer ou sur Ie foyer principal". Renseignements coloniaux, 1923, No. 9.