worden van fouten in den afstandmeter, en van den invalshoek,, dat vuren boven 1800 M. alleen ten koste van zeer veel munitie uitwerking belooven. Feitelijk vormt 1800M. welde grens,waar boven men niet zonder noodzaak vuurt. Vuren boven 2000 M. eischen onevenredig veel munitie, en moeten hooge uitzondering blijven. Dit alles geldt voor de Nederlandsche Schw. Mod. '08. Hoe zal dit zijn bij de opgehoorde Schwarzlose Ofschoon de invalshoek kleiner zal zijn, vanwege het grooter ballistisch vermogen, zullen de fouten in den afstandmeter dezelfde blijven. Hoewel men derhalve bij genoemde mitrs. een betrekkelijk: kleine D. S. 80 zal vinden, ook op grootere afstanden, zullen gebreken der afstandmeters nu eenmaal beletten, die groote drachten te allen tijde te benutten. Wij zouden ook voor deze mitrs. wil len zeggen: Men streve te blijven binnen de grenzen, waarbij de uitwerking verkregen kan worden ten koste van een redelijk munitiever- bruik d. w. z. men streve naar vuur op betrekkelijk kleine af standen. Daarboven overwege men goed, de consequenties van het vuur, of de tactische omstandigheden de munitie-inzet wettigen, om daarna een beslissing te nemen. In verband hiermede zouden wij nog even het vergrooten van. het kaliber voor Ned. Ind. willen bespreken. Voordeelen van kaliber 8. m.M. Ie. Grooter dracht, 2e. Beter geschikt voor speciale projectielen (lichtspoor, enz.) (Er wordt zeker t. o. v. de Ind. Schwl. geen gunstiger D. S. 80 verkregen). N a d e e 1 e n le. Met een zelfde gewicht kan men minder munitie medenemen, 2e. Op kleinere afstanden gestrekter baan, hetgeen meer moeilijk heden oplevert bij het vuren over eigen troepen, 3e. Samenstel moet aan hoogere eischen voldoen. Welke factoren moeten voor Ned. Ind. den doorslag geven? De voordeelen Van de voordeelen zou ad 2e domineeren, daar de Ind. Mitr. 6,5 m. M. 2700 M. haalt, terwijl de gedwongen zuinigheid met de munitie de grootere drachten zeer zeker tot de hooge uitzon deringen maakt. Wij zouden voor Ned. Ind. voorloopig het be staande kal. willen houden, daar de eenheid van munitie voor Indische omstandigheden bovendien nog een zoo groot voordeel vormt, dat de keuze voor ons niet moeilijk is. Alleen indien men voor Indië de later door ons voor te stellen organisatie zou aannemen, zouden wij in principe gaarne het Kal 8 m. M. zien. Voor Nederl. verhoudingen achten wij de kaliberverzwaring noodzakelijk. 544

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 36