die onder zijn bevelen gesteld zijn een zoo scherp mogelijk omlijnde opdracht ontvangen. De aanval bestaat uit verschillende phasen, die elk voor zich, zoo goed mogelijk volgens inzichten van den commandant moeten verloopen. Naarmate de verbanden kleiner zijn, kunnen de opdrachten aan de mitrs. meer gedetail leerd en naar behoeften van het moment gegeven worden. Ad 2. Doch hoe gaarne men de gevechtsleiding zoo goed mogelijk zal willen houden, kunnen, en zullen er (vooral bij het doorwerken der vijandelijke hoofdweerstandszóne momenten zijn, waarbij de zw. mitrs. niet op aanvragen om steun mogen wachten, maar indien zij voldoende inzicht in het gevecht hebben, verplicht zijn te vuren op eigen initiatief, de doelkeuze zelf be palend. Tot dit zelfstandig optreden zal o i mede werken, het moeilijk worden van de verbindingen, zelfs over kleine afstan den. Hoe meer goede, uitzichtgevende punten het terrein biedt, des te meer succes kan men van deze wijze van steunen ver wachten. Dit bleek ons ook de opvatting van de N. S. S. in Nederland te zijn. Als regel vuren de zw. mitrs. volgens opdracht van den BC via den C. van de mitrailleurcompagnie. Alleen indien de mitrs ter beschikking zijn gesteld van bijv. een comps. C., geeft deze bevelen. Zijn de mitrs. aangewezen tot steun van een infie. afdeeling, dan hebben de door deze te vragen vuren, den voorrang. Initiatief blijft daarnaast bestaan. Hoever moeten de mitrs. zich van de voorste 1 ij n bevinden? Deze afstand is niet in getallen uit te druk ken. Als beginsel moet gelden, „Zoover mogelijk naar voren, om ze zoolang mogelijk te kunnen laten staan". Zoover moge lijk naar voren, om zoo lang mogelijk te kunnen steunen zoo lang mogelijk laten staan, omdat de zw. mitrs., willen ze hun rendement opleveren, het vuur behoorlijk moeten voorbereiden en dit kost zelfs bij de zw. mitr. tijd. Aan tirailleerende mitrs heeft men niets, evenmin als aan artie die om het half uur van stelling verandert. Ongeacht de kwetsbaarheid tijdens de verplaatsing en het op houden van den steun aan de infie., zouden de zw. mitrs. de tirailleerende infie niet kunnen bijhouden, indien deze zich niet regelt naar de zw. mitrs. (Zie ook Mallinckrodt: „Discussie over het Mitrailleurvraagstuk"). De zw. mitrs. danken hun naam nu eenmaal aan hun gewicht. Zie hiervoor het typeerende deel in het werkje van Hausser blz. 18. De infie zal haar bewegingen gedeeltelijk moeten aanpassen aan die der zw mitrs. wil zij den steun daarvan niet missen. De afstand van de zw. mitrs. tot de voorstel ij n is veranderlijk en hangt van gevechtsomstan digheden en terrein af. Tijdens de nadering kunnen de zw. mitrs. in, onder dekking zelfs op goede punten vóór, de voorste lijn worden opgesteld, 554

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 46