indien het terrein tenminste zulke punten biedt. Tijdens het ge
vecht geen zw. mitrs. in voorste lijn. Daarvoor zijn ze te opval
lend, te kwetsbaar, het staat meestal gelijk met zelfvernietiging.
Bovendien wordt men zoo nauw in het gevecht der voorste
lijn betrokken, dat men werk gaat verrichten dat bijna even goed
door de lichte automatische wapens (k. ms.) kan worden uitge
voerd (zie v. d. Vijver: ,,Het taktisch gebruik van zw. mitrs in
Frankrijk gedurende en na den Wereldoorlog". Mil. Speet lan
1927. blz. 8). J
Is dit juist, dan behooren zij, vooral indien men in het leger
beschikt over goede lichte automatische wapens, onder geen voor
wendsel in voorste lijn meer thuis.
Terloops wezen wij reeds op de geweldige voordeelen van
domineerende punten in het terrein. Hoeveel voordeelen leveren
die wel niet op bij het gebruik van zw. mitrs. Wanneer wij ons
vlakke terreinen met afwisselende begroeiing voor oogen halen,
dan vragen wij ons onwillekeurig af„wat zien we feitelijk Hoe
zal de verbinding met de infie bewaard blijven En dan het moei
lijkste vraagstuk, dat we straks zullen bespreken: „Hoe zullen we
steunen
Vooraf kunnen we zeggen dat in zulke terreinen, de zw. mitrs.
zeer veel van hun waarde zullen inboeten.
Ad. B. Mogen zw. mitrs. in voorste lijn optreden? Zoodra zw.
mitrs. achter de voorste lijn optreden komt onherroepelijk een scherm
infie voor dit wapen. Men stuit dan onmiddellijk op het vraagstuk
Moet men over deze troepen heen schieten, zoo ja, welke zijn
de moeilijkheden daarbij ondervonden. Zoo neen, hoe moet men
dan vuren? Men komt derhalve op het vraagstuk„Het schie
ten door openingen en over eigen troepe n".
Wij hebben hierboven reeds aangetoond, dat wij in het algemeen
vijandig staan tegen het plaatsen van zw. mitrs. in voorste lijn, omdat
le. dit meestal gelijk staat met zelfvernietiging;
2e. de zw. mitrs. de beweging in voorste lijn toch niet kunnen
volgen
3e. zij een tijd in stelling moeten blijven, willen zij naar
behooren kunnen steunen. Zij komen dan automatisch kort achter
de voorste lijn en men is dan aangewezen op het problematisch
steunen door openingen. Wij willen bovengenoemde vraagpunten
afzonderlijk bespreken.
I. Schieten door openingen.
Wanneer men wil vuren door openingen, moeten er openingen
zijn. Bij het schieten door openingen kan men 2 gevallen onder
scheiden, n.l. a. door toevallige openingen in het vuurfront, b.
door met opzet open gelaten gaten in het vuurfront, of tusschen
de onderdeelen tijdens de nadering.
Dat er vaak in het vuurfront toevallige openingen zullen zijn,
555