3. SCHIETEN OVER EIGEN TROEPEN DOOR DE ARTILLERIE. door E. T. KOPPEN. Kapitein der artillerie. Het "artikel van den Majoor Van Goor, voorkomende in het April nummer is voor mij aanleiding geweest, de pen ter hand te nemen om een woord van waarschuwing te laten hooren tegen het m. i. wel wat te groote optimisme t. a. v. de uitvoering van een der moeilijkste problemen voor de artillerie op het gevechts- veld nl het schieten over eigen troepen. Schrijver begint met te zeggen, in de gelegenheid te zijn ge weest om bij de schietoefeningen practische ervaring op te doen ten aanzien van het voorliggende onderwerp en betoogt, dat het voorgeschrevene in enkele artikelen van ons A.T.V en G. V. Mob. A. zeker niet voor alle gevallen als bepaald bindend moet worden aangemerkt. Met betrekking tot het schieten over eigen troepen lezen we in G. V. Mob. A. punt 18: „Het is niet wel mogelijk te bepalen, wanneer het eigen ar tillerievuur bij het schieten over eigen infanterie gevaar voor haar gaat opleveren, aangezien dit van verschillende factoren (schok- of tijdvuur, schootsafstand, gesteldheid van het terrein, mate van dekking der eigen infanterie, hoek tusschen schootsrichting en -front der eigen troepen) afhankelijk is. Om de gedachte te bepalen moet in horizontaal terrein en bij loodrecht schieten over eigen troepen en vurende afstanden boven 2500 M. het eindpunt van de baan, ongeveer 300 M. van die troepen zijn verwijderd.'' Bindend is dit allerminst, integendeel is het zoo ruim mogelijk gesteld en biedt het alle gelegenheid om er van af te wijken met name den afstand van 300 M. te verkorten wanneer de omstan digheden waaronder het vuur wordt afgegeven gunstig zijn. Ik vraag me evenwel af of de juistheid van den afstand, om schreven als ongeveer 300 M., kan worden aangetast door con clusies getrokken uit de uitkomsten van een schietoefening, waarbij nooit een uitwerkingsvuur wordt afgegeven onder de omstandig heden, welke zich op het slagveld voordoen, terwijl ook nimmer een zoo groot aantal projectielen wordt verschoten, dat de wer kelijkheid ook maar bij benadering wordt bereikt. 565

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 57