Zooals men ziet, wordt ook van deze zijde voorzichtigheid aangeraden, Wat verder op blz. 87 wordt een artikel behandeld van den kolonel Mozin, „Les tirs de ['artillerie en liaison directe avec la manoeuvre de l'infanterie". Ik neem hieruit het volaende over: „Zij (de infanterie) moet echter een juiste voorstelling hebben van het vermogen der artillerie en competent zijn om te beoor- deelen, wat in een zekeren tijdsduur door de haar ter beschik king staande artillerie kan worden bereikt. Voor de artillerie is het natuurlijk van belang te weten hoe ver de eigen infanterie van het doel ligt. Is de waarneming goed verzekerd, zoodat het vuur behoorlijk geregeld kan worden, dan zal zonder gevaar geschoten kunnen worden op doelen, die 200 a 250 m. van de infanterie verwijderd liggen. Moet echter worden gevuurd, zonder dat de gegevens voor het uitwerkingsvuur door een voorafgaand inschieten bepaald zijn kunnnen worden, dan zal de infanterie moeten zorgen, dat er een afstand blijft tusschen haar en het doel van minstens 400 m. De schrijver neemt zelfs aan, dat de infanterie in voorkomend geval tot deze veiligheids- grens zal moeten teruggaan tenzij de omstandigheden zich hier tegen bepaaldelijk verzetten Zij moet echter wel bedenken, dat zij de artillerie dwingt tot voorzichtigheid, d. w. z tot nauwkeu riger regeling van haar vuur hetgeen tijd vordert wanneer zij op korteren afstand dan 400 M blijft en niet teruggaat. Een al te groot optimisme zal oorzaak kunnen zijn, dat op eigen infanterie wordt geschoten en dan hebben ook wij gevallen te boeken zooals er zoovele worden beschreven in het hiervoor genoemde boek van den generaal Percin, gevallen die helaas wel niet altijd zullen kunnen worden voorkomen, maar die we toch met onze uiterste krachten tot een minimum moeten terug brengen. Nu weet ik wel, dat onze voorschriften den meesten nadruk leggen op een goede verbinding tusschen de artillerie en de infanterie en dat wat dat betreft we er anders voorstaan dan de Fransche artillerie in het begin van den oorlog. Men nam zich daar in de eerste oorlogsmaanden vaak de wijze lessen van den grooten strijder voor een behoorlijke verbinding al zeer weinig ter harte, met de bekende funeste gevolgen. Maar hoe goed men ook wil, de juiste uitvoering zal vaak worden belet door omstan digheden buiten onzen wil, waaraan men nu eenmaal niets kan veranderen en dan zijn we even ver op zoo'n oogenblik als was er in het geheel geen verbinding geweest. Tot zoover voor wat betreft het gedeelte uit het artikel van den majoor van Goor over het schieten over eigen troepen. De rest van het artikel raakt meer de taktiek van den aanval en het gevecht in het algemeen en valt dus geheel buiten het onderwerp. Ik wil het aan ter zake meer bevoegden overlaten om hierover hunne gedachten uit te spreken. 571

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 63