dus rekening houdende met gevechtsomstandigheden en met ge
vechtsspreidingen aangegeven wanneer de infanterie gevaar
dreigthet is onze vaste overtuiging dat het hem niet zal gelukken
een duidelijker en scherper wenk te geven dan die welke in
dezen over G. V. Mob. A. punt 18 geeft.
Er zijn evenwel in het opstel nog een paar punten, waarop
we de aandacht van den lezer zouden willen vestigen.
Schrijver zegt o. a.„Een oorlog in ons lndië zal n. m. m. een
heel ander beeld geven van den artilleriesteun. Ik acht het zeer
wel dankbaar dat deze zou te zien geven, wat de Russisch-Ja-
pansche oorlog te zien gafhet voortzetten van het artillerievuur
tot het binnendringen in de vijandelijke stelling, in ieder geval
tot het begin van den stormaanval. Het zal eerst worden verlegd
op het daartoe bepaalde of afgesproken sein- of telefoonbericht
(in de toekomst radiosein); een enkele treffer in eigen troepen
zal desnoods worden aanvaard".
Wij weten niet welk beeld een oorlog h. 1.1. te zien zal geven.
Wèl weten we dat in de organisatie van de legers speciaal van
de infanterie sedert de Russisch-Japanschen oorlog zeer veel
veranderd is. Ook is het een niet weg te cijferen feit dat de tactiek
onder invloed van de technische vervolmaking van de infanterie
vuurwapens, eene grondige wijziging heeft ondergaan.
We hebben het elders al eens opgemerkt „de snelvoortschrij-
dende techniek neemt, wat haar invloed op het militair bedrijf
betreft, geen genoegen meer met de bescheiden plaats, „beant
woorden aan de eischen welke de tactiek stelt", doch heeft zich,
gelijk het jonge geslacht in de moderne samenleving, meester
gemaakt van het initiatief en daarmede de gehoorzaamheid aan
haar bezadigde zuster „tactiek" opgezegd. De techniek dwingt
de tactiek haar te volgen".
Zou nu heusch de toekomst, v. w. b. het tactisch optreden van
de wapens in het gevecht, een zelfde beeld geven als het
verleden
Neen. Het is naar onze meening bepaaldelijk niet denkbaar dat
een toekomst oorlog, in lndië, hetzelfde beeld zal te zien geven
als de Russisch-Japansche oorlog.
Zoowel bij den aanvaller als bij den verdediger zien we thans
reeds een geheel ander beeld. Al het liniaire is verdwenen. De
infanterie-vuurkracht zetelt in automatische wapens, welke ons
in staat stellen op een enkel punt en met behulp van een gering
aantal menschen een vuurkracht op te stellen, waarvoor vroeger
een betrekkelijk breede strook bezet door een groot aantal schut
ters noodig was. Daardoor is alle regelmaat zoowel bij aanvaller
als verdediger verdwenen. De vurende eenheden eenheidjes
hebben grootere vrijheid in de keuze van de opstelling, de
tirailleurlinie de lijn is verdwenen. De verdediger streeft nog
576