Nogmaals zij het eindelijk herhaald, dat door iedereen zeker
een ruime toebedeeling van personeel en materieel aan den leider
en een goede regeling van den hulpleidersdienst als door den
heer H. bepleit, gaarne zal worden gezien. Mits de oefening,
ook wat de details betreft, er door overmatige onttrekking van
officieren niet door lijdt.
Naschrift van de Redactie.
De redactie is de heeren F. Kroon en H. dankbaar, dat zij
het onderhavig onderwerp voor de lezers van het I. M. T. hebben
besproken.
Zij meent dat voor en tegen thans voldoende zijn belicht.
Wanneer we de inleiding van den heer H. (Januari-nummer)
luidende
„Gedurende de laatste maanden werd in de pers het huidige
oefenstelsel enkele malen aan een ernstige kritiek onderworpen,
waarbij naar onze meening de verschillende onvolkomenheden,
welke bij enkele oefeningen werden opgemerkt, op soms wel
wat lichtvaardige wijze geweten werden aan bedoeld systeem.
Het wil ons voorkomen, dat de oefeningen, welke overeenkom
stig het A.V.O. worden gehouden tot de beste resultaten kunnen
voeren, mits maar zorg wordt gedragen, dat bij iedere oefening
een behoorlijk georganiseerd leidend orgaan (scheidsrechterlijke
dienst) (Men leze dan liever „hulpleidersdienst". Red.) aanwezig
is, dat zijn aandacht wijdt zoowel aan die troepen, waarvoor de
oefening speciaal bestemd is als aan de z.g. „ensceneeringstroe-
pen"ook deze laatsten moeten op kriegsmaszige wijze worden
gebruikt"
eens stellen naast den slotzin van den majoor Kroon
„Nogmaals zij het eindelijk herhaald, dat door iedereen zeker
een ruime toebedeeling van personeel en materieel aan den leider
en een goede regeling van den hulpleidersdienst, als door den
heer H. bepleit, gaarne zal worden gezien. Mits de oefening ook
wat de details betreft, er door overmatige ontrekking van offi
cieren niet door lijdt".
dan gelooven we dat de geachte medewerkers ieder voor zich
zeker in het belang van de oefeningen hebben gehandeld door
hunne denkbeelden aan de publiciteit te hebben prijsgegeven.
Redactie.
583