III. Het tijdperk van 1796 tot heden, waarin men komt tot een conbinatie van de magazijnsverpleging met de landver- pleging. Meermalen is mij gebleken, dat het nut van een georganiseer- den verplegingsdienst door sommigen althans voor kleinere legers in twijfel wordt getrokken. Wel ziet men tegenwoordig algemeen in, dat de soldaat te velde goed gekleed en gevoed moet worden, maar de daarvoor benoodigde voorbereidingen en maatre gelen worden maar al te dikwijls onderschat. Uit deze studie moge blijken, dat juist het onderschatten der moeilijkheden, aan de verpleging verbonden, dikwijls noodlottige gevolgen heeft gehad. Even verkeerd is het echter, zich door de verpleging zoodanig te laten binden, dat de operatiën hieraan ondergeschikt worden. Door uit elk der bovengenoemde tijdvakken een of meer uit een verplegingsoogpunt belangwekkende veldtochten min of meer uitvoerig te behandelen, hoop ik tevens te laten zien, hoe men geleidelijk tot de huidige opvattingen omtrent de legerverpleging is gekomen. I. DE OUDE TIJD EN DE MIDDELEEUWEN. Ook dan, wanneer de veldtochten overigens uitvoerig beschre ven werden, hebben de geschiedschrijvers de verplegingsaange- legenheden over het algemeen slechts karig bedeeld. Alleen, als de verpleging faalde en de legers zoodanig gebrek leden, dat dit ernstige gevolgen had, werd dit feit aan de vergetelheid ontrukt. Gegevens over de verpleging in de oude tijden zijn dan ook dun gezaaid. Toch wijst de groote getalsterkte der leger scharen van de Egyptenaren, Assyriërs, Carthagers en Persen erop, dat ook toen reeds de verplegingskunst een vrij hoogen trap van ontwikkeling bereikt moest hebben, vooral als men bedenkt, dat deze legers dikwijls in onbewoonde of dunbevolkte landen, ja zelfs in totaal onvruchtbare en waterarme streken opereerden. Ook in die tijden moest de soldaat gevoed worden, al was hij met heel wat minder tevreden dan thans. Met een enkel woord wil ik evenwel aangeven, wat ons in hoofdzaak van de verpleging in deze langvervlogen tijden bekend is geworden. De Persen. Bij de Persen werd als regel slechts de verpleging van den koning en zijn gevolg eenigszins voorbereid, waartoe vooraf op bepaalde punten voorraden opgeslagen werden. De Persen waren verplicht zonder soldij of voeding te dienen, doch hadden in de streken, waar zij doortrokken, onbeperkt beschikkingsrecht over alles wat zich daar bevond. De onderworpen volken moesten eveneens mee ten oorlog trekken, doch hadden dit beschikkings recht niet. Ieder volk trok mee in de kleeding en uitrusting, 585

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 77