Ook bij de Kruistochten waren de legers op deze wijze samen
gesteld.
Bij den eersten kruistocht (1095) trokken 500,000 man voetvolk
en 130,000 ruiters naar Palestina. Er was zeer veel geld bijeen
gebracht, dat besteed werd oin voedingsmiddelen o.a. van Grie
kenland naar de kusten van Klein-Azië te voeren. Doch deze
voorraden waren ontoereikend en door het ontbreken van een
centrale verpleging kwamen zij niet tot hun recht. Het gevolg
daarvan was, dat dusdanig gebrek werd geleden, dat van de 630,000
man er slechts 60,000 voorde poorten van Jeruzalem verschenen,
waaronder 20,000 strijdbare mannen. De rest was grootendeels
door honger en dorst omgekomen.
Zoo ging het ook bij de andere kruistochtenalleen de derde
kruistocht werd goed geleid door Frederik Barbarossa. Doch toen
deze groote veldheer verdronk, ontbrak ook hier de centrale
leiding en was ook deze tocht tot mislukking gedoemd.
Bij de kruistochten zien we, dat men overwinning op over
winning behaalt en de legers ten slotte toch ten onder gaan als
gevolg van de onvoldoende zorg voor de verpleging.
Overigens zijn ons uit dit duistere tijdperk slechts weinig ge
gevens gebleven, daar de afkeer van schrijven toentertijd buiten
gewoon groot was. En datgene, wat ons bekend is geworden,
heeft feitelijk slechts historische waarde. De maatregelen door
Karei den Grooten en Frederik Barbarossa, de groote figuren
uit dit tijdperk, op verplegingsgebied genomen, moeten slechts
als schuchtere pogingen worden aangemerkt, zoodat we hierover
verder het stilzwijgen kunnen bewaren.
De Huurlegers,
Omstreeks het jaar 1500 ontstonden de huurlegers. De toen
malige vorsten beschikten meestal niet eens over voldoende geld
om de soldij geregeld te betalen, laat staan, dat zij bij machte
waren levensmiddelen bijeen te brengen en magazijnen op te
richten. Iedereen zorgde dan ook maar voor zichzelf. Overal
waar een huurleger verscheen, waren brandschatting en plunde
ring aan de orde van den dag. Kwam echter zoo'n leger in een
dunbevolkte, onvruchtbare streek, dan werd groot gebrek geleden.
Prins Maurits zag in, dat een niet geregeld betaald huurleger
eerder een gevaar dan een machtsmiddel voor den Staat is.
Zijn eerste werk was dan ook, een groot gedeelte van het leger
der Rebubliek af te danken en slechts zooveel troepen aan te
houden, als de Staat bekostigen kon. Deze maatregelen heeft
niet weinig tot zijn succes bijgedragen.
Van een eigenlijke legerverpleging kunnen we na de Romeinen
echter eerst weer spreken onder Gustaaf Adolf. Maar hierover
een volgende keer meer.
590