gezant te Madrid, Prinz von Ratibor, en zijn attaché von Kalle hadden in het Rif diplomatieke agenten als Bohn, consul te Tetuan, Schabinger, secretaris van de Duitsche legatie te Tanger, wijders niet-officieele propagandisten als Coppel, Far, Bartels, Hermann, spionnen als Rettschlag en Kuhnel alias José Maury. Eenerzijds steunden zij opstandelingen tegen het Fransch gezag o.a. Abd el Malek, een anderen kleinzoon van Abd el Kader, met geld en wapens, anderzijds speculeerden zij op de nationalistische gevoe lens der bevolking en bereidden zoodoende het pad voor de I. K. K. I. Na Brest Litowsk en Sèvres dringen de Russen zich in de plaats, door Duitschland verlaten. Van de bezetting van Constantinopel door Calthorpe maken zij een dankbaar gebruik om daar hun cellen te bouwen, die Moslimsch gecamoufleerd worden, zoo hun sectie de „Toekomst van den Islam" te Koniah. Kemal Pacha ziet in de buitenlandsche politiek der Soviets evenwel slechts een voort zetting van het panslavisme der Romanows. Wel sluit hij met hen het verdrag van Sivas, maar alleen om ze te Lausanne met groot succes tegen de voormalige geallieerden uit te spelen. Eenmaal baas in eigen huis, laat hij de Russische agenten en hun secties door Raefet Pacha en Adnan Bey uitzetten; ook toont hij zich lauw tegenover het panislamisme, dat hij bij het nastreven van zijn politieke idealen niet behoeft. Hiermee valt de I. K. K. T. een belang rijke troef uit handen; zij verplaatst haar secties naar Berlijn, jarenlang een filiaal van Stamboel en een studiecentrum van den nationalistischen jeugd van Azië en Afrika, waar onder haar aus piciën het Interislamitisch Comité wordt opgericht. Dit houdt o.a. voeling met de Liga der verdrukte volken, die onder leiding van den gewezen Turkschen kolonel Edib, van Rome uit, Tunis be werkt. Later worden beide lichamen gereorganiseerd tot de Liga gegen Kolonialgreuel und Unterdrtickung, met Berlijn tot hoofd kwartier. Odessa is een ander centrum met de Oude Wereldzee tot werkingssfeer, van waaruit o.a. getracht wordt de universiteitel Azhar te Cairo te beinvloeden. In Tunis steunt men de ultra-natio nalistische Destour-party, die er in slaagt groote moeilijkheden te verwekken tusschen den Bey en het Protectoraat. In Algiers treedt men in relaties met meergenoemden kapitein Khaled en in Marokko sticht men cellen aan de Karaouine-Universiteit. Aan het Congres te Bakou in 1920 nemen dan ook drie gedelegeerden van Fransch Noord Afrika deel en eenige Algerijnen worden te Moskou op de Eastern University geplaatst om tot propagandisten te worden opgeleid. Als de kameraden Cherif Moulay Hasanoff en Namhar Mahmedoff, maken zij in 1924 deel uit van de staf van Abd el Krim. Hoe men in Marokko denkt, verneemt Ossehdowski (63), die (63) F.A. Oossendowski, Le Maroc enflamtné, éd. Flammarion p. 114, naar ik meen ook in een Nederlandsche vertaling gepubliceerd. 626

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 10