bepaalt den afstand tot het inf. onderdeel
dat men steunt, en indirect dus ook den
afstand tusschen de echelons.
Hoe sneller de vereischte steun zal moeten worden gegeven, des
te zwaarder eischen zal het onderling verband inf./zw. mitrs. stel
len, des te meer is men gebonden aan een opstelling in de onmid
dellijke omgeving van dat onderdeel, des te meer zal de wijze van
uitvoering een spoedigen steun moeten waarborgen.
Doch even goed als de verbindingen (het onderling verband) het
optreden van de zw. mitrs. beïnvloeden, even zoo goed stellen de
zw. mitrs. eischen aan de verbindingen. De verbindingen stellen
den eisch, dat de zw. mitrs. bij de uitvoering van de opdracht, bij
de stellingkeuze rekening houden, met de noodzakelijkheid dat de
gevraagde steun zoo spoedig mogelijk wordt gegeven, m. a. w. de
afstand tot het inf. onderdeel, dat men steunt, moet zoodanig zijn
dat het verband bewaard kan blijven. Omgekeerd mag het gebruik
van de zw. mitrs, niet zoodanig ondergeschikt gemaakt worden aan
het onderling verband (de verbindingen) dat de technische eigen
schappen van het wapen niet tot hun recht kunnen komen.
Dit laatste zou het geval zijn, indien de zw. mitrs. alleen ter
wille van de verbinding in voorste lijn in stelling zouden worden
gebracht. Daarvoor zijn de wapens te zwaar, te log, te zichtbaar
en te kwetsbaar. Theoretisch zonden ze dan aan alle aanvragen van
de voorste afdeelingen kunnen voldoen, practisch aan geen enkele,
omdat ze onmiddellijk buiten gevecht zouden worden gesteld.
Indien, zonder de mitrailleurs in voorste lijn op te stellen de
verbindingen niet ten volle instand kunnen worden gehouden, zouden
we een minder innig verband willen aanbevelen, ook al sluit zulks
in dat de mitrailleurs niet aan alle verlangens zullen kunnen voldoen,
en we doen dit te eerder, waar de infanterie over een uitstekend
wapen het lichte automatische wapen beschikt, dat zich bij
uitstek leent voor de opdrachten tegen welker vervulling het wezen
van de zw. mitr. zich verzet.
In verband hiermede zouden wij nog willen wijzen op de merk
waardige overeenkomst met de verbindingen bij de artie. De techni
sche hoedanigheden van het wapen, alsmede het optreden in het
gevecht in verband met die „eigenschappen", maakten de artie
noodzakelijk een wapen van de „grove werking", hoe men de ver
bindingskwestie met de inf. ook heeft trachten op te lossen. Het
wezen van het wapen stelde grenzen aan de verbindingen. Door
dit feit kon de artie niet a la minute geven, wat de inf. vroeg, zeer
zeker geen fijn werk. Hoe lang heeft het niet geduurd, voordat men
de consequenties hiervan aanvaardde.
In de invoei ing van het inf. geschut ligt de algemeene erkenning
\sn het zoo lang tevergeefs bestreden feit.
635