daarvoor gebruiklijke richtmiddelen het meest aanbevelingswaard.
Intusschen blijkt de techniek al weer sterk gevorderd te zijn.
De fabricage der lichtspoormunitil, aanvankelijk handwerk, is nu
reeds machinaal. De moeilijkheden zijn ondervangen de kosten
sterk gedaald, (van 85 ct. per patroon tot 20 ct.) De kosten zullen
in de toekomst geen bezwaar meer kunnen vormen voor een meer
algemeen gebruik der lichtspoormunitie.
Eveneens is de schiettechniek vooruitgegaan. Men beschikt mo
menteel in Nederland over een lichte mitr. Kal. 7.92. Vuursnelheid
960 schoten en een Vickers met een vuursnelheid van 1000 schoten
per minuut. Werkingssfeer van de lichtspoormunitie tot 800 a
1000 M.
Door deze groote vuursnelheid is het
schieten op luchtdoelen door het op het
oogbrengen van den bundel op het doel:
niet alleen loonend geworden, maar geeft
zelfs betere resultaten dan de vuurwijze,
waarbij van de richtmidden wordt gebruik
g e m a a kt. (Deze gegevens zijn ons zeer welwillend door de Nor-
maatschietschool verstrekt).
Hieruit volgt weer van hoeveel belang het is, de techniek goed
te volgen, en conclusies eerst na zeer doelmatige en uitgebreide
proefnemingen te trekken.
ad 3. Welken invloed heeft het inzetten van zw. mitrs. tegen lucht
doelen op het tactisch gebruik der zw. mitrs.?
In het kort kan men zeggen dat practisch deze mitrs. gemist moe
ten worden voor het gevecht tegen strijdkrachten op den grond.
Het vliegergevaar komt zoo onverwachts, dat mitrs. die deelnemen
aan het gevecht en absoluut door het gevecht in beslag genomen
worden, te laat komen om nog tegen het luchtgevaar te kunnen
worden ingezet. Bovendien kan het vliegergevaar zoo onverwachts
komen, dat men geen vaste periodes kan aannemen waarin vijand-
delijke-luchtaanvallen zouden zijn uitgeschakeld. Hoogstens zou
men in tijden van zeer zwakke vijand-luchtactie de mitrs. kunnen
inzetten, doch dan nog niet in te eng contact met de voorste lijn.
Doch een ernstig gevecht zonder gevaar van vijand-vliegeraanvallen
is o.i. niet goed denkbaar.
Welk gebruik men van deze mitrs. zou willen maken, als eisch
zouden wij willen stellen, dat ten alle t ij d e, het t ij d i g
inzetten tegen luchtdoelen moet zijn ge
waarborgd.
Zelfs al zou men in de toekomst b.v. per regiment infanterie
speciale luchtdoelmitrs. krijgen, dan nog achten wij het noodza
kelijk, dat men per bataljon over een sectie van 3 a 4 mitrs.
beschikt, die deel kan nemen aan den strijd tegen het luchtgevaar,
daar men wel nooit zooveel mitrs. per regiment zal krijgen, dat
638