in een regimentsrayon de bataljons door deze centraal inge zette mitrs. afdoende zullen worden beveiligd. Een organisatie: waarbij men per batn. infanterie zou kunnen beschikken over een sectie van 4 Lichte Mitrs, met een vuursnelheid van bijna 1000 schoten per minuut, waarmede men momenteel in Nederland proeven neemt, wil ons het meest aanbevelenswaard toeschijnen. Zijn zooals in Ned. Indië de zw. mitrs. in handen van den regiments comdt. gecentraliseerd, dan zou men die luchtdoel mitr. eveneens organiek bij het regiment kunnen indeelen, al eischt een doelmatig, tijdig gebruik o.i. tijdens de periode, waarop men vijandelijke vliegeraanvallen kan verwachten decentralisatieover de bataljons. Het tactisch gebruik van zw. mitrs. in den aanval. Wij gaan hierbij uit van de veronderstelling: a. dat de bataljonscommandant beschikt over een aantal mitrs. zooals in de door ons aangegeven organisatie is verondersteld; b.v. 6/8 lichte automatische wapens tot een afdeeling vereenigd, de wapens uitgerust met een licht affuitje; een compagnie zw. mitrs. van 10/12 stukken waarvan 4 zijn ingericht tot het bestrijden van luchtdoelen. b. dat bij vliegeraanvallen normaal de sectie zw. mitrs. wordt ingezet, die daarvoor is ingericht en waarvan de bediening speciaal daarvoor is opgeleid. De zw. mitrs. vormen geen wapens meer voor speciale opdrachten, zooals vroeger. Het is een infanteriewapen, dat in alle phasen van het gevecht moet helpen, dus vanaf de nadering tot en met de beslissing. Wat moet onder nadering verstaan worden? Onder nadering der infanterie zou men kunnen verstaan, het voorwaarts gaan der infan terie op of nabij het gevechtsveld, waarbij zij niet van de eigen wapens (w.o. dan te verstaan de vuurwapens van de compagnieën) gebruik maakt. Welk gevaar heeft de infanterie nu tijdens de nadering te duch ten? Dit gevaar is drieledig: le. de infanterie kan in een vuuroverval raken van de artillerie; 2e. de infanterie kan door de vijandelijke vliegers worden be dreigd; 3e. de infanterie kan bij haar opmarsch onverwachts op vijand stuiten. Tegen het eerste gevaar heeft de infanterie zelf geen actieve middelen. Men kan het verkleinen, door kleine doelen te bieden en zich aan te passen aan het terrein. Dit geldt ook voor de zw. mitrs. De bat. comdt. kan de mitr. comp. en de afdeeling lichte automatische wapens ieder voor zich gescheiden laten marcheeren. Zelfs kan in het onderdeel zelf de afstanden vergroot worden. Tegen vijandelijke vliegers zal men dezelfde maatregelen kunnen 639

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 23