overtuiging was gebracht dat men hoopte, dat onze troepen spoe dig een eind zouden komen maken aan den te Brussel heerschen- den toestand van anarchie, trok den 23en September 1830 een versterkte krijgsmacht in 3 colonnes tegen Brussel op. Hiervan stond de rechter colonne onder de bevelen van generaal-majoor de Tavange de midden colonne waarbij de Afdeeling Grenadiers werd door generaal Schuurman gecommandeerd, terwijl bij de linker colonne Post, het lie Bataljon Jagers en het Instructie-ba taljon waren ingedeeld. De midden en de linker colonne avan ceerden respectievelijk door de Schaerbeeksche en Leuvensche Poort. Met het Flank-bataljon Grenadiers onder Serraris aan het hoofd rukte de midden colonne door de Rue Royale op naar het Pare. De colonne Post trok, met de Jagers aan het hoofd, door de Rue Ducale en verder langs de Boulevard du Prince naar de Rue de Namur. De Place Royale bleek versterkt met barricaden en kanonnen terwijl de omliggende huizen ter verdediging waren ingericht. De majoor der Rijdende Artillerie Krahmer de Bichim sneuvelde en de sectie Sodenkamp zag zich genoodzaakt de kanonnen achter te laten, welke echter in den nacht nog door artilleristen en grenadiers in veiligheid konden worden gebracht. Grenadier Gugger, een Zwitser, overgegaan in Nederlandschen dienst, had echter onder een hagelbui van kogels een vlag weten te vermees teren, die door de opstandelingen op het hek van het Pare was geplaatst. Intusschen waren onze troepen door zware regens tegenover de Belgen, die zich in huizen hadden genesteld zeer in het na deel. Onze geweren weigerden en ook bleek het geschut te licht voor het stuk schieten der muren. Waar Prins Frederick geen zware artillerie wilde gebruiken om de stad voor vernieling te vrijwaren en hij ook de troon Zijns Vaders niet op puinhoopen wilde gevestigd zien, werd besloten Brussel in den nacht van 26 September te ontruimen. De Grenadiers en Jagers hadden ge voelige verliezen geleden. Vanzelfsprekend waren door den opstand de politieke gevoelens eerst recht wakker geschud. Was het taalverschil reeds weinig bevorderlijk geweest voor een eensgezinde stemming in het leger, bewerkt door de opstandelingen kwamen nu onder de Zuid Nederlanders tal van gevallen van desertie voor. Vele Z. Neder- landsche officieren vroegen ontslag en kregen dit, en ook den soldaten werd zulks op hun verzoek toegestaan. Een ware uit tocht was het gevolg, zoodat het zelfs noodig bleek een geheel nieuw leger te vormen, waartoe de koning*een proclamatie richtte tot zijn volk. Een proclamatie, die met groote geestdrift ontvan gen werd en die de oprichting ten gevolge had van tal van vrij korpsen, w. o. die der studenten en van de Jagers van van Dam. Terwijl door de Groote Mogendheden te Londen over de hangende kwestie besprekingen werden gevoerd, nam men in 619

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 3