G.V.i. Bij het binnendringen in 's vijands opstellingen houdt art. I27de b ct (c q de r cb) voortdurend de artillerie op de (2*' hoogte van de vorderingen der eigen infanterie en van mogelijke tegenaanvallen. G.V.I. Bij het doordringen in de vijandelijke opstelling steunt art i28 de b. ct. zijne voorste afdeelingen door te manoeuvreeren (l)(2H3)met deelen van de tweede linie. Aan een deel dezer linie kan hij opdragen het veroverde terrein in staat van verdediging te brengen. De b. ct. stelt de artillerie (c.q. den r. ct.) met een en ander in kennis. De samenwerking bij de verdediging. G. V. In het algemeen zullen de batterijen zoo moeten worden Mob-A-opgesteld, dat zij buiten het werkzaam vuur blijven dat 56 op de eigen infanterie wordt afgegeven d. i. zonder bij- zondere dekking en in vlak terrein op minstens 500 M. achter de voorste lijn. Batterijen, welke op groote afstanden moeten vuren, kunnen echter aanvankelijk meer naar voren soms zelfs vóór de voorste lijn worden opgesteld. Overigens geschiedt het gebruik van de artillerie en de samenwerking tusschen beide wapens naar dezelfde grondslagen als bij den aanval. G. V. Soms kan de terreinsgesteldheid er toe dwingen enkele Mob.A.stukken geschut blijvend in de le linie op te stellen. M) Dergelijk geschut komt dan onder de bevelen van den betrokken infanterie-commandant. G.V. I Ten einde gedurende het gevecht vergissingen te voor- art 228 komen omtrent de punten waarop de artillerie moet vuren, MobA kan van te voren een aantal Punten in het voorterrein, art. 55 in overleg met de artillerie, nauwkeurig op de kaart worden (1) bepaald. Deze punten worden genummerd en zoodra de vijand zich op een dier punten vertoont, is overseining van het nummer voldoende om het artillerie-vuur daarop te doen openen. G.V. De c. ct. houdt den b. ct. geregeld op de hoogte van art.221 bet verloop van het gevecht bij zijn compagnie. Hij waar schuwt hem wanneer het vuur der artillerie op van te voren bepaalde punten moet worden gelegd en zendt hem onmid dellijk bericht, wanneer hij de plaats van vijandelijke artillerie of mitrailleurs heeft kunnen vaststellen. Om dit te kunnen doen moet ook de s. ct. den c. ct. berichten omtrent al hetgene dat van belang is voor de eigen artillerie. Evenzeer geldt dit voor het volgende. G-V.l Bij terugtocht moet de c. ct. er naar streven den b. ct. art. 224 op de hoogte te houden van de plaats van de compagnie, (v teneinde de artillerie gelegenheid te geven, tot vuren, in dien de vijand achtervolgt. 665

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 49