niet en dan zouden wij komen te vervallen in de niet geringe kosten voor het opzetten van behoorlijke barakken (c q om bouwen bestaande barakken) ingericht voor het onderbrengen van de (on)gehuwde dragers, hetwelk voor alle garnizoenen in de Buitengewesten bij elkaar genomen wel de hoofdschotel zal vormen van de hierna door mij te noemen kosten. Verder zullen de verschillende detachementscommandanten wor den verblijd met een aanmerkelijke vermeerdering van de welbekende en dikwijls zoo moeilijk op te lossen vrouwen perkara s. En hoe zal een detachementscommandant de zeker niet ge- wenschte omgang van deze dragers met de militairen of het vormen van een voor zekere doeleinden (communistische actie e.a.) uiterst geschikte schakel tusschen het kampement en de buitenwereld kunnen tegengaan En eventueele verzoeken om overplaatsing naar een ander de tachement, zullen die kunnen worden geweigerd zonder meer Hieraan zouden nog meerdere bezwaren kunnen worden toege voegd; echter heb ik mij ook hierbij slechts beperkt tot de m i voornaamste. IIL. Met de uitgesproken hoop van den heer Visser; „dat het tijdstip van het verdwijnen der Inlandsche veroordeelden als. dragers bij het Leger nog naar een onafzienbare toekomst ver schoven worde", kan ik mij, zijnde zulks hoogstwaarschijnlijk slechts een uitstel van langeren of korteren duur, tot mijn spilt met geheel vereenigen; tenzij bij den schrijver de bedoeling heeft voorgezeten het spreekwoord te doen huldigen: „Van uitstel komt afstel". Een organisatie zooals door den heer Visser bedoeld, waarbiji vanzelfsprekend de door mij hierboven geopperde bezwaren, voor een groot deel zouden komen te vervallen, lijkt ook mij, wel de meest ideale oplossing van het vraagstuk, maar zulk een organisatie zal vooral voor de Buitengewesten m. i. een bom duiten kosten (zie onder II) nog daargelaten dat we, ondanks de uitgave daarvan, nooit zullen bereiken, wat nu met Inlandsche veroordeelden mogelijk is. Na de onder II door mij genoemde kosten, zullen de kosten van het werven van de voor een dergelijke organisatie noodige dragerskrachten wel op de tweede plaats komen; in ieder geval, zullen deze kosten voor de Buitengewesten beslist hooger zijn dan voor Java, daar een contract-koelie, tenminste op Borneo een wervingspremie ontvangt van f 70.— en een betaling van f 0.85 per dag, voeding inbegrepen. Aangezien bij deze werving getracht zal moeten worden zooveel mogelijk goede elementen in te voeren, zal ook de wervingspremie en betaling beslist eenigs- zins hooger dienen te zijn. Voor de Buitengewesten vervalt ook de door den heer Visser aangehaalde bezuiniging, door de thuis zijnde dragers in de 668

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 52