indruk als hij zegt, dat de opgave niet voldoende rekening houdt
met de oorlogservaring. Ik zal U mijn lezing geven van die
oorlogservaring. Nadat aanvankelijk in de eerste maanden van den
oorlog de Duitsche aanvallen onvoldoende door de Artillerie waren
gesteund, hetgeen aanleiding gaf tot enorme verliezen, heeft men
zijn toevlucht gezocht in een gebruik van zijn artillerie, waarbij
zooals weldra bleek het geschut in minder dan geen tijd uit
gesleten geraakte. De geschutfabrikage hield daarmee geen gelijken
tred en men moest schieten met uitgesleten materieel. Gevolg
groote spreiding, onvoldoende vuursteun in beslissende momenten
om de bekende redenen.
En omdat men dien tengevolge op de beslissende momenten den
vuursteun moest onthouden, wierp men zich op de „Preparation".
Een paar sterke voorbeelden. Verdun (20-8-'17) 6 ton per strek
kende meter in 7 dagen. Molmaison (23-10-17) 6,85 ton per strek
kende meter in 6 dagen. Lezer, dat is aan gewicht de geheele dag-
voorraad van een Indische batterij voor één meter front. En wat
was dikwerf het resultaat van een dergelijk gebruik (beter mis
bruik) der artillerie, dat men bij de infanterie aanval ontvangen
werd door mitrailleurvuur uit de granaattrechters. AI de dure lessen,
voortvloeiende uit alle voorafgaande oorlogen ik moge als sterk
sprekend voorbeeld de boerenoorlog (Colonso, Magersfontein) in
herinnering brengen -omtrent de artillerie voorbereiding niet
gepaard gaande met de manoeuvre van de infanterie, die den
verdediger dwingt zich bloot te geven, was men vergeten.
En zou het nu juist zijn om op de ervaringen opgedaan met
feitelijk niet meer bruikbaar materieel, gevoegd bij zeer onvolkomen
munitie, conclusies te trekken voor onze omstandigheden? Na
critische bestudeering van een en ander en men moet critisch
lezen als men leeringen wil trekken kan ik deze vraag niet
bevestigend beantwoorden.
En dan beweert dezelfde Generaal Feeser, dat de halve diepte
spreiding dikwijls grooter is dan 300 M. en wil dat ontleenen
aan de schootstafel. Op welke afstanden heeft men dan wel het
zusterwapen willen steunen, als men dat nog steunen wil noemen?
Ik acht het een gelukkige omstandigheid dat ik hiertegenover
andere uitspraken kan stellen.
Lt. Col. Buchalet geeft in R. A. Juli '27 L' armement de 1' art.
de la Division aan, dat de diepte van den bundel van een afsluitings-
vuur (ook van een vuurwals, wat slechts een bijzondere vorm van
afsluitingsvuur is) afhangend van den afstand is 70 M. op afstand
1500 tot 200 M. op afstand 6000. Daarboven worden deze vuren
niet meer toegepast, omdat ze te ijl worden en heeft men alleen
tir sur zone.
Hierop volgt in het artikel van kapt. Cox een verhandeling over
het inf. gevecht, waaromtrent ik de laatste zal zijn om hem tegen
682