688 groote vraagstuk der samenwerking niet enkel bij de uitvoering, maar ook bij het nemen van regeeringsbeslissingen". Vooral voor de vergelijkingen die schr. maakt met onze colleges in Indië, wordt het artikel gaarna ter lezing aanbevolen. Opleiding. Mi!. Wochenblatt. No. 35. 1929. „Die Beweglichkeit der InfanterieDe schr. begint met te constateeren dat ondanks alle technische hulpmiddelen ondanks den grooten vooruitgang der wapentechniek, de infanterie het hoofd wapen is gebleven dat de beslissing brengt, en dat alle andere wapens de hulp middelen zijn voor de inf., om tot die beslissing te komen. De beweeglijk heid, waaronder te verstaan de marschen en de bewegingen op het gevechtsveld, vormt daarom naast een juist gebruik der wapens en een op oordeelkundige wijze gebruik maken van het terrein, het voornaamste der opleiding, Hieraan, mede in verband met de veel te zware bepakking, worden uitvoerige beschouwingen gewijd. In No. 37, April 1929 van hetzelfde tijdschrift geeft generaal von Taysen in Die moralische Erziehang der französischen Soldaten" beschouwingen naar aanleiding van het desbetreffende hoofdstuk van het Fr. reglement ,&dat slechts eenige wenken geeft, meer niets," en dat reeds van meerdere zijden aan critiek is onderworpen. En die critiek vraagt wat eigenlijk onder „educa tion morale moet worden verstaan, welke de beteekenis er van is, waarbij schr. enkele Fr. critici aanhaalt, speciaal de uitspraken van kolonel Terre in de „France militaire". Infantry Journal. Maart=nummer 1929. ,,/s the study of military histery worth while?", kolonel C.M. Bundel. „Een groot aantal officieren acht de bestudeering van de krijgsgeschiedenis een van de beste manieren om de krijgskunde te leeren, terwijl anderen daarbij denkende aan den grooten vooruitgang op het gebied van wapens en middelen die gebruikt worden in de oorlogvoering, die studie bespottelijk maken en louter tijdverspilling noe men. Schr. behandelt in het kort de wijze van oorlogvoeren van af de vroegste tijden, noemt de lessen uit den Napoleontischen oorlog van 1815 en andere oorlogen en komt tot de conclusie dat het wel degelijk de moeite loont, ja dat het noodzakelijk is de krijgsgeschiedenis met ernst te bestudee- ren. Mil. Wochenblatt. No 38. April 1929. „Der Film als Lehrmittel". Kapi tein M. Broun bespreekt onder „Aus der Werkstatt der Truppe" het groote nut van de film bij de opleiding. Binnen het bereikt van de film vallen de volgende onderwerpen: 1. De organisatie. 2. De wapens, (uitrusting en materieel en het gebruik daarvan). 3. De vechtwijze en de inzet van mensch, wapen en andere middelen op het gevechtsveld. 4. De samenwerking tusschen de wapen. 5. De verbindingsdienst. Schr. bespreekt de voordeden der film bij de opleiding en de eischen waaraan deze moet voldoen en geeft ten slotte een voorbeeld van een film, zooals die werd samengesteld door den Ital. luitenant Sar du. In Italië hecht men nl. aan de film als middel bij de opleiding reeds zeer groote beteekenis. (Zie ook Mavors No. 5, Mei 1929). Mavors No. 5, Mei 1929. „Twee dagen op verkenning met de Fransche cavalerie", Ritmeester-Adjudant F. Feenstra. Schr. voert ons terug naar 5 en 6 November 1918 en geeft een levendige beschrijving van de actie van een peloton van het 3de regiment Chasseurs d'Afrique, welk peloton ter be schikking was gesteld van den commandant der 2de Divisie Koloniale infanterie, ter uitvoering van een verkenningsopdracht. Qaarne bevelen we het artikel ter lezing aan, vooral aan de officieren der cavalerie en wel om de lessen die er voor de opleiding uit zijn te putten. MM. Wochenblatt. No. 40 April 1929. „Kompaniechef and Unter- officiersausbildung."een lezenswaardig artikel, dat echter uitsluitend betrek king heeft op Duitsche toestanden, weshalve met deze aankondiging volstaan wordt. In hetzelfde nummer, onder „Aus der Werkstatt der Truppe" vonden we in „Exerziermarsch and Griffenogmaals de kwestie behandeld der gesloten exercitiën en handgrepen (zie ook I. M. T. blz. 606). Naar aanleiding van de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 72