690 van het front en in den stellingoorlog, voor vuur op groote afstanden en vervolgend vuur en ten slotte voor versterking van voorbereidingsvuren, af- sluitingsvuien en storende vuren bij vooraf beraamden aanval. Mil. Wochenblatt. No. 37. April 1929. Zum AufsatzVerwendang schwerer Maschinengewehre" (zie ook I.M.T. blz. 496). Schr. neemt het vraag stuk nogmaals in beschouwing, zonder nieuwe gezichtspunten te openen, in verband met de bekende strijdvraag: indirecte of directe richting Hij wenscht in 't algemeen in den aanval, dus bij onmiddellijke ondersteuning der aan- valstroepen, het vuur uit open stellingen, met directe richting; de indirecte richting blijft dan voor de meer achtergehouden mitrs., die meer in de diepte der vijandelijke opstelling, dus op grooten afstand vuren. In de verdediging echter, waarbij in mindere mate de nadeelen eener gedekte stelling blijken kan, althans in den aanvang aan de gedekte stelling de voorkeur worden gegeven. Schr. acht het vraagstuk dan eerst opgelost als de inf. cie.en voor zien zijn van een lichten mitr. met grooter vermogen en die een groot deel van de taak der zware mitrs. kan overnemen, waarmede dan de zware mitrs. worden wat ze ook zijn moeten „de vuurkracht van het bataljon". Mechaniseering. Infantery Journal. Januari- nummer 1929. The new light tank makes a 144-miles road march", kapitein J. K. Christmas. Beschreven wordt een tocht van 3 dagen met een nieuwen lichten tank van het type T 1 E 1, waarvan eenige gegevens zijn gewicht 14500 lbs 8 cylinder motor T van 90 pk.; bemanning 2 man (1 schutter en 1 bestuurder); bewapening 1-37 mm. vuurmond en 1 zw. mitr. tesamen in een toren opgesteld, met 360 graden schootsveldmunitievoorraad 80 projectielen voor den 37 mm. en 3000 mitr. patronen. Tijdens den marsch werd den eersten dag 72 mijl afgelegd, den tweeden 37,7 mijl en denderden 43,3 mijl. Blijkens het artikel was men in Amerika zeer enthousiast over de geleverde prestaties van dezen belangrijk verbeterden tank, die de beste wordt genoemd van wat men tot dusver in Amerika heeft gehad of beproefd. In hetzelfde nummer een artikel van majoor C.C. Benson: Mechanisation aloft and alow"waarin een verslag wordt gegeven van de oefeningen ge houden door de E(xperimental) M(echanised) Fiorce) te Fort Leonard Wood (Ver. Staten van N.A.). Schr. zegt o a.„De bedoeling van een gemechani seerde macht is het leger en de hoogere bevelhebbers te voorzien van een hulpwapen dat in zich moet vereenigen vuurkracht, massa en snelheid, in meerdere mate dan nu bestaat in eenig ander wapen." Na beschouwingen te hebben gegeven over het gebruik dat van een geme chaniseerde eenheid kan worden gemaakt, ontwerpt schr. de samenstelling van een gemechaniseerde brigade die hij laat bestaan uit1 regt. van 3 bataljons snelle tanks; 1 regt. gemechaniseerde art. met 8 houw. van 10,5 c.M.16 kanonnen van 7,5 c.M.; 4 zoeklichten 8 mortieren en de commando-tanks 1 bataljon gemechaniseerde infanterie met 48 mitrs.; 48 aut. geweren; 16 anti tank kanonnen speciale troepen (staf van den bevelhebber, 1 cie. pantser auto's; 1 escadrille verk. vliegtuigen; 1 batterij luchtdoel-art.; 1 cie. genie troepen verbindingstroepen, geneeskundige afdeelingen, enz.). In verband met bovenbedoeld artikel verwijzen we ook naar: „Strips on the battlefieldvan denzelfden schr. in het Maart-nummer van Infantery Journal, waarin de invloed van het verschijnen van snelle tanks op het slagveld, op de tactiek van de inf. en de cav. wordt besproken en o. a. wordt medegedeeld dat de nieuwe Christie-tank de 144 mijlen-marsch in November 1928 aflegde in één halven dag. Motoriseering. Infantry Journal, Februari-nummer 1929, „Motors for muscles", Luit. kolonel M. H. Thomlinson. Schr. stelt zich ten doel eens na te gaan in welke mate de motorkracht zijn intrede heeft gedaan in de infanterie-eenheden sinds 1916. Uit de cijfers gegeven voor de jaren 1917, 1918 en 1921 blijkt, zooals te verwachten was, dat het aantal motorvoertuigen zeer is uitgebreid, ter vervanging van paarden als trekkracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 74