692
"van 60 pk; verder gegevens op het gebied der motoriseering en een nieuwe
buigbare glassoort (draadglas), die niet versplintert.
Infanterie-bewapening.
infantry Journal, Januari-nummer 1929. „The infantry caliber 30
machine-gun mount against ground targets", kapitein R.A. Case. Deze nieuwe
affuit bestaat uit een T vormig metalen onderstel, voorzien van twee afneem
bare, van rubberbanden voorziene draadwielen. Op het kruispunt der metalen
stangen van dit T vormig onderstel is een vijftal munitiekisten geplaatst. Op
het uiteinde van den langen arm zijn nog op een rooster aangebracht 1 mu-
nitiekist en 1 waterreservoir. Het artikel bevat duidelijke foto's.
Mil. Wochenblatt. No. 38, April 1929. Das automatische Gewehr."
Schr. somt de nadeelen op van de invoering van een automatisch geweer
ais wapen voor de infanterie en deze zijn: 1. het verhoogde munitieverbruik
met alle gevolgen van dien. in verband met de munitie-aanvulling; 2. de
moeilijkheden van technischen aard (ingewikkeld mechanisme in vergelijking
met het thans bestaande geweer)3. de moreele zijde van de kwestie. Ge
wezen wordt op het feit dat gedurende den wereldoorlog de vuurdiscipline
hoe langer hoe meer werd een herinnering „aan lang vervlogen tijden", wat
bij een automatisch geweer tot nog veel grootere nadeelen leidt dan met het
tegenwoordige. Schr. acht de tijd voor invoering van een aut. geweer dan
ook nog niet gekomen.
Verdediging tegen vechtwagens.
Infantry Journal. Februari-nummer 1929. Anti-tank defense", majoor S.
E. Brett. De snelle tank is nu een vaststaand feit. Het is van het grootste
belang dat wij dit snelle wapen bestudeeren in verband met het organiseeren
van een doeltreffende verdediging daartegen". Schr. gaat na wat op dit ge
bied in de buitenlandsche legers is geschied en neemt dan in beschouwing
de strategische en de tactische verdediging, bij welke laatste hij de ei-
schen noemt waaraan een doeltreffend anti-tank kanon moet voldoen. Vervol
gens bespreekt hij de in gebruik zijnde wapens en ten slotte de hindernissen
die aan tanks in den weg kunnen worden gelegd.
Moreele factoren.
Mil. Wochenblatt. No. 35, Maart 1929. „Mensch und Maschine im Kampfe,"
gen. majoor Kerchnawe. Schr. wijst op verschillende gevechten gedurende
den wereldoorlog, waarm de overwinning bleef aan den zwakkere, in aantal
niet alleen maar vooral in materieele uitrusting, (Tanga). „Men mag niet
vergeten dat de machine, wil zij althans met succes worden gebruikt, den
mensch noodig heeft, dat het ten slotte dus niet de machine zelf is, doch
de machine door menschenhand bediend den doorslag geeft en dat het meest
volmaakte oorlogsmaterieel, in handen van stumpers of zwakkelingen eerder
schaadt dan voordeel brengt. Aan den andeten kant echter geeft een uitste
kend geconstrueerde, betrouwbare en in goeden staat gehouden machine den
man met stalen zenuwen en geschikt voor het soldatenwerk, juist de moge
lijkheid zijn kunnen en zijn strijdkracht in den kortst mogelijken tijd (dikwijls
op het beslissende oogenblik) zelf te verveelvoudigen. Schr. geeft een episode
uit het 3de Oost. Hong. offensief in Servie in 1914 en besluif met„niet
mensch of machine moet de vraag zijn, mensch en machine is het eenicre
juiste."
Nevel en rook.
Mil. Wochenblatt. No. 35, Maart 1929. Gasvergiftung bei einer Verne-
belungsiibung Schwedischer Kampfwagen." Behandeld wordt een vergiftigings-
geval in Zweden bij gebruik van rookkaarsen door tanks, waarbij bij 4 per
sonen vergiftigingsverschijnselen optraden. De gebruikte kaarsen waren van
het Fransche Berger-mengsel, welke kaarsen blijkens het gehouden onderzoek
niet ongevaarlijk zijn, al moet de vergiftiging zeer waarschijnlijk veroorzaakt
zijn én door den rook der kaarsen én door binnen den wagen gekomen kool-
monoxyd.
Strategie.
Infantry Journal. Januari-nummer 1929. „What is strategykolonel
C. M. Bundel. Schr. behandelt de kwestie die reeds zoo dikwijls is opgewor-