693
pen, nl. de moeilijkheid om een juiste definitie te geven van het begrip
„strategie" en daarnaast van het begrip „tactiek", waarbij allerlei bekende uit
spraken nog eens worden aangehaald. Dat een onderzoek zou uitwijzen dat
slechts zelden twee officieren het over die begrippen eens zijn, zooals schr.
vertelt, lijkt ons min of meer overdreven.
Mil. Wochenblatt, No. 35, Maart 1929. „Der Durchbruch beiderseits
angelehnter Fronten", majoor Dr. ORegele. In den wereldoorlog vertoonden
alle slagvelden na de maandenlang durende inleidende slagen, hetzelfde beeld
hl. de tot den stellingoorlog verstijfde, aan beide zijden aangeleunde fronten
(aan neutrale staten of aan zee). Voor onderzoek van de vraag of de we
reldoorlog het vraagstuk van de beslissende doorbreking van zulke fronten
heeft opgelost, kan men zich beperken tot het in beschouwing nemen van
het West het Oost- en het Italiaansche front. Daarbij blijven alle doorbre
kingspogingen die in het Westen zonder resultaat waren (Champagne, Yperen,
Artois, Verdun, Somme, Nivelle-offensief, de Isonzo-slagen 1 tot en met 11,
Juni-slag aan de Piave, Kapathenslag) buiten beschouwing, evenals trouwens
vernietigingsslagen in Rusland en op de overige fronten in 1918. Naar schr.'s
uitspraak heeft de wereldoorlog die oplossing niet gebracht.
De militaire Spectator No. 4, April 1929. Kapitein van den G.S.B. van
Slobbe vervolgt zijn artikel Hedendaagsche strategische inzichten" en vangt
aan met het weergeven der moderne Duitsche opvattingen, neergelegd in:
„Führung und Oefecht der verbundenen Waffen".
Vervolgens wordt besproken het artikel van von Seeckt: „Neuzeitliche Hee-
re", verschenen in Nord und Süd van April 1928, waaraan beschouwingen
worden vastgeknoopt over een waarschijnlijke oorlogsorganisatie van het D.
leger en het vermoedelijke optreden van een (bv. 20 divisies sterke) uitmun
tend geoefend leger tegenover den Fr. Belgischen tegenstander. Ook de En-
gelsche inzichten worden behandeld naar aanleiding van het werk van Bird
„The direction of war" en de samenstelling der strijdkrachten, zijnde het Eng.
leger eenigszins het type moderne leger dat von Seeckt beschreef. Schr.
besluit zijn belangwekkend artikel met het: „Vermoedelijk beeld der operatiën
van eenen toekomstigen oorlog" en: „het optreden der Nederlandsche land
strijdkrachten bij een toekomstigen oorlog"
Uitrusting.
Bulletin beige des sciences militaires No. 4. April 1929. „La tente
abri individueltekapitein de Caesemaeker. Het artikel behandelt het
gebruik dat van draagbaar tentmaterieel gemaakt kan worden. Het Belg.
leger is sedert 1915 daarmede uitgerust, het Fransche evenzoo, het Duitsche
reeds sedert 1892. Schr. noemt het materieel bruikbaar voor den man: 1.
als schoudermantel2. als slaapzak3 als matras4. voor het vervaardigen
van verschillende typen tenten (voor 1,3, 6 man, voor een groep of voor
een sectie)5. als camouflagemiddel.
Het artikel wordt verduidelijkt met foto's en teekeningen.
Luchtstrijdkrachten.
„The army quartely, No. 2, Januari 1929„The air-exercices", majoor
Oliver Stewart. Besproken worden nogmaals de van 13 tot 16 Augustus 1928
gehouden Eng. luchtmanoeuvres, mede in verband met hetgeen erover ver
scheen in de pers. Schr. is van oordeel dat uit de oefeningen veel leering
kon worden getrokken, zoowel op technisch als op ander gebied en dat de
werking der geheele luchtverdediging daardoor in een helder licht kwam te
staan, de luchtwachtdienst en de zoeklichten inbegrepen. „Zij wezen uit dat
de luchtverdediging zeker niet onmogelijk is. Maar boven alles toonden zij
den noodzaak aan van gevechtsvliegtuigen met grooter vermogen. Zij bewe
zen dat het geheele systeem der luchtverdiging is opgebouwd met gevechts
vliegtuigen, maar dat die vliegtuigen, indien zij de minderen zijn in snelheid
en klimvermogen, geen daadwerkelijke afsluiting bewerkstelligen, en, door
dat ze een valsch gevoel van veiligheid geven, metterdaad bevorderlijk zijn
voor de nederlaag. Snelle gevechtsvliegtuigen zijn een vereischte voor de
R. A. F. en in 't algemeen vraagt het vermogen van onze gev. vliegtuigen
een ernstiger studie dan tot dusver".