volgens den berichtofficier de naar het Zuiden gezonden afdee- lingen (Passenheim) weer ingetrokken hebben en zou nu in zijn ge heel bij Wartenburg staan of zelfs naar Ailenstein gemarcheerd zijn Dat Generaal von Mackensen reeds lang naar het Zuiden was afgemarcheerd, was dus den berichtofficier ook onbekend Von Hindenburg zag nu van een samentrekken van I Res K tegen Rennenkampf af en liet dit korps opdragen de vervolging met de meeste energie in Zuidelijke en Zuid-Oostelijke richting voort te zetten. Teneinde er zeker van te zijn, dat de Rus niet ontkwam, werd bovendien het reeds vermelde bevel voor een Brigade van de 1ste Cavalerie-Divisie gegeven. Von Mackensen moest nu de vrijheid van handelen tegen Ren nenkampf verzekeren. Hij kreeg bevel 10 uur 's avonds ver zonden—den volgenden morgen 6 uur gereed te staan voorden afmarsch en ter plaatse nadere bevelen af te wachten. Von Hin denburg voegde eigenhandig de volgende woorden aan het bevel toe„Ich erwarte, dasz meine Befehle genau befolgt werden. Bei der gegenwartigen complizierten Lage ist dies doppelt dringend erforderlich." Met den besten wil kon von Mackensen aan het bevel niet voldoen, want op het oogenblik dat het bevel van het legercom- mando uitging, was hij met de voorste afdeelingen van zijn korps reeds dicht bij PassenheimEerst den volgenden middag om half vijf ontving hij het bevel. Uit een en ander blijkt wel, dat het opperbevel zóódanige verzwakking als in werkelijkheid tegenover Rennenkampf plaats vond, niet gewild heeft. In het Hoofdkwartier begon men intusschen te vreezen, dat de omsingeling niet meer zou gelukken. Dit blijkt ook uit de tele fonische melding, 's nachts omstreeks half één door Ludendorff aan de Opperste Leiding gezonden, waarin o. m. werd gezegd „Die Schlacht ist gewonnen, Verfolgung wird morgen fortgesetzt. Eine Einkesselung der zwei russ. Armeekorps wird wohl nicht mehr gelingen." Het optimisme, dat uit het drie uren eerder ge zonden bericht bleek, was belangrijk gedaald. 29 30 Augustus. (Schets 5). In den voormiddag van den 29sten kreeg het legercommando klaarheid over de plaatsen waar de korpsen zich bevonden, waarbij dus ook bleek, dat XVII L. K. niet bij Wartenburg noch bij Ailenstein stond. Teneinde nu het van de zijde van het 714 In tegenstelling met Walter Elze (blz. 142) meenen we, dat het bevel voor de Cav. Brig, gegeven werd, omdat de operatiën van 1 Res. K. niet voldoende resultaat hadden opgeleverd en niet wegens het uitvallen van XVII L.K. Het uitvallen van XVII L. K. werd reeds 's middags vermoed en als dat de reden was, dan had de opdracht voor de Cav. Brig, reeds veel eerder gegeven kunnen zijn. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 16