naar Allenstein getrokken, om ten slotte in geforceerde marschen
weder naar Passenheim en Ortelsburg terug te keeren!
Zeer veel werd van de troepen gevraagd. Von Schafer vermeldt
het volgende omtrent marschprestaties en verpleging„De
marschen, welke de troepen van het 8 ste Leger toenmaals hebben
afgelegd en de ontberingen welke zij daarbij leden, dwingen de
grootste bewondering af. De Russen wijten hun nederlaag gedeel
telijk aan de onmatig lange marschen en de onvoldoende ver
pleging van hun troepen. Aan Duitsche zijde echter werden in
dit opzicht geen mindere eischen gesteld, gedeeltelijk werd zelfs
meer gevergd dan bij de Russen. Terwijl toch aan Russische zijde
de grootste prestaties voorkwamen bij het 13 L. K., dat in 15
dagen 340 K. M. aflegde zonder gevecht te leveren en bij het
15 L. K., dat in 14 dagen met het gevecht bij Lahna en Orlau
inbegrepen 250 K. M. liep, marcheerde in slechts 12 dagen het
Duitsche XVII L. K. 310 K. M., het I Res. K. 230 K. M.; in deze
12 dagen vielen bij de Duitsche korpsen de slag bij Gumbinnen
en het gevecht bij Lautern en Gr. Bössau.
Deze getallenopgave is slechts berekend naar de bewegingen
van de groote troepenlichamengaat men de onderdeden na en
neemt men daarbij in acht de ontplooiing tot het gevecht, de
marschen in de legeringsgebieden en het verzamelen daarna, dan
komt men op veel grootere getallen. In het dagboek van den
Gen. Maj. Hahndorff heet het„Opgemeten hoeveel de 36ste Div.
van Gumbinnen tot den 30sten Aug. heeft afgelegd. Ik kom
op 411 K. M.respectabele prestatie met zulke hitte en stof,
zonder bagage en verpleging." Ook het Duitsche XX L. K., dat
vóór den slag ver naar het Oosten en dan weer terug naar het
Westen werd gedirigeerd, heeft buitengewoon veel gemarcheerd.
Niettegenstaande dat bereikten deelen van dat korps onder den
Luit. Gen. von Schmettau, die den 23sten, 26sten, 27sten en
28sten in gevecht geweest waren, op den 29sten na een laatsten
geforceerden marsch van 60 K. M. als eersten Willenberg.
De Duitsche troepen doorstonden niet minder ontberingen dan
de Russen. Dat geldt vooral voor de troepen van het XVII L. K.
en van de 41ste Divisie 2), die dagen lang geen brood kregen
en zich voedden met halfrijpe aardappelen, welke ze zelf uit den
grond wroetten, en ook voor de landweer- en vestingtroepen, die
geen keukenwagens hadden."
Welk een ijzeren wil tot volharden van bevelhebbers, officieren
en soldaten
En von Hindenburg móest dit alles vergen, want het was
duidelijk, dat voor een krachtige, lang doorgezette vervolging van
het geslagen Narewleger geen tijd beschikbaar zou zijn; immers,
zooals Ludendorff zegt: „Rennenkampf's geweldig leger stond als
717
Van XVII L. K.
2) Van XX L. K.