1. TANNENBERG. Augustus 1914. (met 5 schetsen), door P. G. M. Terwijl in Augustus 1914 de Duitsche legermassa's met het* niet te stuiten geweld van een vloedgolf Noord-Frankrijk binnen vielen, bereidde Rusland in Polen een stoot naar het hart van Duitschland voor. Eerst moesten echter de Duitsche troepen in Oost-Pruisen en de Oostenrijk-Hongaren verslagen worden. üe Russische invasie in Oost-Pruisen had aanvankelijk succes; een terugdringen van de Duitsche troepen achter den Weichsel scheen nabij. Door „Tannenberg" werd dit gevaar, welks gevolgen waarschijnlijk niet te overzien zouden zijn geweest, afgewend. Deze meesterlijke operatie van de Duitschers tegen het 2de Russische Leger in Augustus 1914 is een klassiek voorbeeld van den „vernietigingsslag." Het feit der overwinning bij Tannenberg is overbekend; minder wellicht de moeilijke en gevaarvolle omstandigheden waaronder deze bevochten werd. Een overzicht te geven van dit leerrijk en bezielend voorbeeld schijnt daarom wel gerechtvaardigd. Sedert 1892 werd voor de Duitsche krachtverdeeling in een tweefronten-oorlog vastgehouden aan het besluit: de massa tegen hei Westen, slechts het noodzakelijke tegen het Oosten, met het dcc! eerst in het Westen een beslissing te zoeken, om zich daarna met alle krachten tegen Rusland te keeren. Aan Duitschland's Oostgrens zou gedurende zes tot zeven weken de vrijheid van handelen van de in het Westen opereerende legers verzekerd moeten worden. /Vlet Oostenrijk-Hongarije was overeengekomen, dat de legers der Donaumonarchie van Galicië uit offensief zouden optreden in Noordelijke richting, tusschen Weichsel en Bug, daarbij gesteund dooi een druk van de Duitschers in Oost-Pruisen. 699 „Es sind nur allein die groszen Exem pel und die groszen Muster, welche die Menschen ziehen und formieren." (Fr. de Oroote).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 1