Ter vermijding van deze bezwaren is men gekomen tot de constructie en de invoering van lichtere, kleinere wapens, die minder zichtbaar zijn, weinig verschillen van het geweer en waarvan de bediening slechts één man eischtde z. g. lichte mitrailleurs en, bij ons, de karabijnmitrailleurs. Weliswaar is hunne vuuruitwerking veel geringer, doch dit moet men in den koop meenemen. Het vuur van de zware mitrailleurs vormt eene waardevolle aanvulling ervan, al zal niet steeds het volle ren dement kunnen worden verkregen. In dit verband wil ik terloops wijzen op het artikel in de Militaire Spectator no. 7 van 1928, getiteld: „Mitrailleurs en Infanteriegeschut'', door R. N. Haremaker, waarin aanbevolen wordt eene mitrailleur van de Madsenfabriek, die veel lichter en kleiner is dan de tegenwoordig in gebruik zijnde wapens en wél in de voorste lijn kan worden meegevoerd. Als dit wapen wer kelijk deugdelijk is, zou het denkbeeld het overwegen waard zijn. (Zie ook „De automatische juist- en eenheidswapenen van het moderne slagveld" door Haloor [essen (uitgave Idema en Severs 1928). Thans zal aan eene beschouwing worden onderworpen de vraag: „als de zware mitrailleurs dan niet in de voorste lijn mee kun nen, waar moet dan stelling worden genomen om zooveel moge lijk vuur op 's vijands stelling te brengen en zoodoende de eigen infanterie zoo veel mogelijk te steunen Waar reeds zooveel schrijvers van naam hun licht hierover hebben doen schijnen, verstout ik mij niet, die vraag te willen beantwoorden, doch ik zal slechts die verschillende meeningen tegenover elkaar zetten en ten slotte aangeven, aan welke methode ik persoonlijk de meeste waarde hecht. Laat ik voorop stellen, dat, welke methode ook wordt aanbe volen, de steeds overheerschende factor is: het terrein. Drie methodes vindt men aangeprezen, n 1. a. flankopstellingen, waarbij men voor de eigen troepen langs vuurt b. opstelling achter de eigen troepen, waarbij men daar over heenvuurt c als b, doch waarbij men tusschen de eigen troepen door vuurt, door gaten die opzettelijk zijn uitgespaard dan wel toevallig zijn ontstaan. Eene bespreking van deze drie wijzen van steunen moge hier volgen. Flankopstelling. De voordeelen hiervan zijn men kan zeer lang den zoo ge- wenschten vuursteun verleenen, zonder dat van stelling behoeft verwisseld te worden. Onder zeer gunstige omstandigheden zou 722

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 24