afwerend vermogen kunnen schenken, hetgeen den vijand tot groote krachtsontplooing dwingt. In ieder geval zal de steun door zw. mitrs. aan de voorposten te geven, behoorlijk in het algemeen vuurplan verwerkt moeten worden. De mitrailleurs der reserve bataljons. Indien men over weinig zw. mitrs. beschikt, zal het vuur op middelbare en groote afstanden, in hoofdzaak door mitrailleurs der ondersteuningsbataljons moeten worden afgegeven, in samen werking met de zw. mitrs. der bataljons in le en 2e linie bij uitzondering voor deze taak aangewezen. In verband met dit vuur zullen de opstellingen vaak betrekkelijk vóór in de H.W.S. worden gekozen, om niet te veel van de dracht prijs te geven. In vlak, onoverzichtelijk terrein, zullen deze vuren meestal bere kende vuren (kaartvuren) zijn, die veel munitie eischen, en der halve voor Indische omstandigheden met mate moeten worden toegepast, Indien de vijand zich ten slotte voor de H.W.S. heeft vastgezet, kunnen deze mitrailleurs, in verband met de veiligheid meer^ achterwaarts nabij de ruglijn worden opgesteld om de afsluitingsvuren te versterken. Tevens vormen zij de zw. mitrs. die met de reserve-bataljons (o.i. de belangrijkste eenheid voor den te genstoot) een tegenactie ondernemen. De mogelijkheid hiervan is van te voren verkend, zoodat verrassing uitgesloten behoort te zijn. De opstelling van de mitrailleurs der reserve-bataljons, tot steun van de bataljons in le en 2e linie aangewezen, hangt ge heel van omstandigheden af. Moeten beide bataljons in le en 2e linie gesteund worden, dan zullen deze mitrailleurs gesplitst, in het terrein van die bataljons moeten worden opgesteld. Ten allen tijde dient men te zorgen dat de reserve-bats. wanneer zij den tegenstoot aanzetten de beschikking hebben over het grootste gedeelte van hun mitrailleurs. De aan de voorste bats. te geven steun dient eveneens in het vuurplan van genoemde afdeelingen te worden opgenomen. Het vuurplan van de bataljons in le en 2e linie zou voor wat betreft de steun door de zw. mitrs. te geven, het navolgende kunnen bevatten 1. Sterkte, taak, opstelling van de zw. mitrs. die hun vuur bren gen in een strook van 800 M. voor de frontlijn. Hun hoofdtaak is het leggen van een zoo ondoordringbaar mo gelijk afsluitings-vuur voor de frontlijn, z. g. stormvuur. 2. Sterkte, taak en opstelling van de zw. mitrs. der bataljons in le en 2e linie die hun vuur ook op grootere afstan den afgeven, 3 Sterkte, taak en opstelling van de mitrs. die hun vuur op de aller. laatste momenten openen (z.g. Schweige mitrailleurs)- 4. Regeling van de vuren i n de H. W. S. om een vijand het ver der doordringen te beletten. 738

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 40