5. Regeling van den steun aan de voorposten te geven. (zw. mitrs. ter beschikking van de voorposten steun van zw. mitrs. vanuit de H. W. S.). 6. Regeling van de luchtafweer. 7. Sterkte, taak en opstelling van zw. mitrs. der reserve-bataljons aangewezen om de bataljons in le en 2e linie te steunen. 8. Vuuropening, munitieverbruik, munitieaanvulling, inrichting van munitiedepots, enz. B. Het gebruik van de zw. mitrs. nadat de vijand de H. W.S. is binnengedrongen. Wanneer het, niettegenstaande het vuur, den vijand gelukt om binnen de H. W. S. te dringen, dan dienen alle wapens, vooral de zw. mitrs. hun vuur op den binnendringenden vijand te concentreeren. Vooral deze wapens zijn bij uitstek geschikt, om den vijand tegen den grond te drukken, de voorwaartsche bewe ging te remmen, de aanvalskracht te ondermijnen. De zw. mitrs. van de bataljons in le en 2e linie blijven den vijand met vuur vervolgen en gaan onder geen voorwaarde terug. De zw. mitrs. der res. bats. brengen vanuit verkende opstel lingen, in dit stadium van het gevecht vanuit opstellingen nabij de ruglijn, eveneens hun vuur op den indringenden vijand. De res. bats. die op dit moment voor een tegenstoot gereed staan, hebben het gros van hunne zw. mitrs. ter beschikking. Indien echter vurende zw. mitrs., der res. bats. vanuit de inge nomen opstellingen, den tegenstoot aanvankelijk kunnen steunen, blijven zij ter plaatse, en blijven hun vuur op den vijand afgeven. Indien de tegenstoot wordt aangezet, is deze hoofdzaak. Alle wapens, die niet noodzakelijk hun vuur elders moeten uitbren gen, ter handhaving van den beslaanden toestand, ondersteunen den tegenstoot. Indien deze lukt, wordt de oude toestand lang zamerhand hersteld, en het stormvuur voor het bedreigde gedeelte versterkt. Lukt de tegenstoot niet, en is de breedte van den inbraak niet zoo klein, dat de toestand voor den vijand daarin onhoud baar gemaakt kan worden, dan blijft niet veel anders over dan ter plaatse een nieuwe frontlijn te kiezen en de ruglijn in verband hiermede naar achteren te verleggen. Veelal zal de nacht moeten worden afgewacht, om deze hergroepeering tot stand te brengen. Wanneer tot den terugtocht wordt besloten, dan zijn het de zw. mitrs. die den hoofdrol vervullen. Zij trachten door vuur op groote afstanden, vanuit gunstige opstellingsplaatsen, den vijand van zich af te schudden, hem neer te drukken, of tot vertraging van de voorwaartsche beweging te dwingen. Zoodoende krijgt de eigen Inf. tijd en gelegenheid, om zich los te maken, en den afstand tot den vijand te vergrooten. Natuurlijk kunnen dit de zw. mitrs. niet alleen doen, doch zijn vergezeld van Inf. Doch 739

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 41