Toch, ondanks de in 1805 opgedane ervaring begon Napoleon den volgenden veldtocht weer zonder een behoorlijk georganiseerden verplegingstrein. Doch ditmaal zou dit gemis zich ernstiger wreken. De veldtocht van 1806/07. (Zie schets. 3.) Het eerste gedeelte van dezen veldtocht brengt ons geen nieuwe gezichtspunten. Evenals in 1805 werd een rijke landstreek door trokken, terwijl de oogst pas binnen was. De verplegingsinventaris bestond uit 4 dagrantsoenen beschuit bij den man en 4 op de proviandwagens. Kenteekenend is hier weer, dat Napoleon de geheele verplegingsuitrusting voor een leger van 160.000 man op 500 karren meevoerde. Ook nu werd weer vrijwel uitsluitend van het land geleefd. Hoewel nu en dan gebrek werd geleden, had dit evenmin als in 1805 grooten invloed op de krijgsverrichtingen. De verbindingen voor een mogelijken terugtocht werden ook nu met veronachtzaamd. Oorspronkelijk was aan den Main een veiplegings- basis ingericht. Deze werd later vooruitgeschoven naar de Elbe met Maagdenburg en Wittenberg als magazijnen, terwijl na de overgave der vestingen Stettin en Küstrin aan den Oder deze waar- devotie basis voor de volgende tegen Rusland gerichte operatiën vormden. HET OPERAT1ETOONEEL IN 1807. Schets 3. 756 o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 58