Opperbevelhebber van het 8e leger in een telefonisch onderhoud op de noodzakelijkheid om, ter ondersteuning van de Oostenrijk- Hongaren, Oost van den Weichsel te blijven en hield den Generaal von Prittwitz voor, dat het wellicht mogelijk zou zijn, zich thans tegen het Narew-leger te keeren, hetgeen deze echter onuitvoerbaar achtte. Het den 21 sten 's avonds binnenkomende bericht, dat Gen. von Prittwitz zijn Hoofdkwartier verplaatste naar Dirschau (West van den Weichsel) was aanleiding hem van zijn commando te ontheffen. Von Hindenburg Opperbevelhebber van het 8ste Leger. Generaal von Hindenburg, die in 1911 het leger had verlaten en voor wien geen mobilisatiebestemming was voorzien, bezoch. den 3den Augustus den Generaal von Moltke in Berlijn. Deze zeo-de hem toe hem te zullen voordragen voor een legercommando, zoodra de omstandigheden dit zouden verlangen. Gen. von Moltke achtte von Hindenburg bijzonder hoog om zijn militaire en per- soonlijke eigenschappen en zijn bekwaamheden als aanvoerdei. Thans waren er bijzondere omstandigheden. Op een hoogst verantwoordelijke post moest een man van buitengewone bekwaam heid geplaatst worden. Op de vraag of hij die post bekleeden wilde, antwoordde von Hindenburg telegrafisch: „Ben bereid". Als Chef van den Generalen Staf kreeg von Hindenburg den Generaal Ludendorff, vroeger medewerker van von Moltke, toe gevoegd. Op zijn reis van het Westfront naar het Oosten, kwam Luden dorff den 22sten Augustus 6 n.m. in het Groote Hoofdkwartier te Koblenz aan, waar hij een onderhoud had met Generaal von Moltke, waarbij besloten werd den terugtocht te doen staken. Op Luden- dorffs verzoek werd dit dadelijk telegrafisch bevolen. Het I Res. K., het XVII L. K. en de Hoofdreserve van Koningsbergen zouden den 23sten rusten. Het I L. K. moest gedirigeerd worden op Deutsch-Eylau. Er moesten twee observatiekorpsen gevormd worden. Het eerste, aangeleund aan Lötzen en Koningsbergen, zou front maken tegen Rennenkanrpf en bestaan uit: XVII L. K., I Res. K., lste Cav. Divisie, 2de en 6de Landw. Brig. Het tweede, front makend tegen Samsonoff, zou bestaan uit XX L. K., dat rechts ondersteund moest worden door I L. K. en links door de 3de Res. Divisie, welke laatste uitgeladen moest worden te Allenstein en Osterode (schets 2). Het Detachement von Unger (samengesteld uit vestingtroepen van Thorn en Graudenz en de 5e Landw. Brig.), alsmede de Divisie von der Goltz, welke tot dat oogenblik belast geweest was met de bewaking van de Slees- wiik-Holsteinsche kust, zouden deze groep versterken. 703

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 5