770 naar eigen inzicht en goedvinden. Ten einde meer eenheid in de op vattingen omtrent de samenstelling en de werking van dezen voor de oefenin gen zoo uitermate belangrijken dienst te brengen, gaat schr. na welke de taak is van de scheidsrechters, hoe die het best kan worden uitgevoerd en neemt tevens in beschouwing het aantal scheidsrechters, waarover moet kun nen worden beschikt. Revue militaire suisse, No. 5. Mei 1929. Après les cours de repetition de 1928". Het artikel bevat eenige opmerkingen naar aanleiding van de in 1928 gehouden herhalingsoefeningen en wel in verband met het daaromtrent uitgebrachte verslag door den kolonel Rilliet. De opmerkingen betreffen: 1. de munitie-verspilling 2. de berichtendienst3. het gebruik van de compagnieën wielrijders van de div.4. de verbinding tusschen de inf. en de art. The Armv Quarterly. No. 1. April 1929. Umpires and umpiring", Luit. kolonel R.H. Beadon. Schr. wijst op de belangrijkheid van den scheidsrechter lijken dienst bij oefeningen en behandelt zeer uitvoerig de taak en de ver plichtingen der scheidsrechters. Opleiding. Mil. Wochenblatt. No. 41. Mei 1929. „Beweglichkeit der fahrenden Waffenmaj. b.d. P.Buhle. Uit het leerrijke Bulletin international, te Ge neve in 1917 uitgegeven door l'Etoile Rouge, komt schr. tot de overtuiging dat in bijna alle staten (misschien met uitzondering van Engeland) „de troepen het wezen van de grenzen van arbeidsprestatie van het paard, vooral van het trekpaard, niet voldoende begrepen, dan wel bij vredesopleiding niet geleerd hadden". „Men stelde zich er bijna overal mee tevreden, wanneer de paardenartsen van deze zaken minder of meer op de hoogte waren. De massa der verant- woordelijke troepenaanvoerders, officieren en onderofficieren, wist er beslist te weinig van". „De trekpaarden van een leger alle motoriseering ten spijt zullen ook in de toekomst nog honderdduizenden tellen". „Vanhune beweeg lijkheid zullen de operaties afhankelijk zijn". Schr. betoogt daarom de nood zakelijkheid van bekendheid met al deze zaken van de aanvoerders en geeft aanvullingen daar waar de reglementen en voorschriften leemten vertoonen. Mil. Wochenblatt. No. 44. Mei 1929. „Französische Ausbildungssorgen" In verband met de steeds meer naar voren tredende moeilijkheden die men in Frankrijk ondervindt ten gevolge van den korten eersten-oefentijd, heeft de Fr. kolonel Lemoine een werkje uitgegeven ,,L' enseignement de combat dans les petites unités d'infanterie". Schr. geeft in het kort aan de hoofdzaken waarop kolonel Lemoine bij de opleiding van den soldaat den nadruk wil leggen. Voorschriften. La Revue d' Infanterie. No. 439. April 1929. Commandant Z. geeft in „Le nouveau reglement de l'infanterie" het vervolg op zijn beschouwingen in het vorige nummer, daarbij thans behandelende Hoofdstuk IV Elements du combat d ui- fanterie" en hoofdstuk V: Physionomie du combat d'infanterie". Schr. wijst daarbij op enkele belangrijke verschillen met het oude reglement (o.a. wordt thans ook het „plan des feux" ingevoerd bij het offensieve gevecht; een nieuw begrip: „base de feux" werd eveneens ingevoerd; de inf. neemt eerst de na- deringsvormen aan als zij wordt blootgesteld aan het vuur van de organiek bij de div. ingedeelde art.; indeeling van de voorhoede in een „échelon de reconnaissance" en een „échelon de combat"). Tactiek. Heerestechnik No 4. April 1920. „Der Einflusz der technischen Entwick- limer des Gewehrs auf die Taktik der Infanterie"M. Schmidt. In dit eerste deel van het artikel gaat de schr. na de technische ontwikkeling van het geweer als inf. wapen, dat na de uitvinding van het buskruit in 1320 dooi den monnik Berthold Schwartz, eerst in 1414 in den vorm van buksen met Iooden kogel in voor dien tijd belangrijken getale gefabriceerd werd. Eerst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 72