776 vallen waarin de genie kan worden gebruikt tijdens de verdediging, waarbij achtereenvolgens beschouwingen worden gegeven over: „Plans ae feux et organisation dn terrain", „Emploi du génie, etat-major et troupes, dans t orga nisation du terrain"„Emploi du génie sur un front en vote de stabilisation Emploi du génie dans la bataille retraite" „Service du génie". Mil. Wochenblatt. No. 39. April 1929, „Neuzeitliche Pionierverwendung Schr. geeft een overzicht, van de groote beteekenis, de voorname plaats welke de pioniers, „het oudste hulpwapen behalve de artillerie innemen in een leger. Zoowel aan Duitsche ais aan geallieerde zijde werden inden wereldoorlog de pioniers vaak op zeer onoordeelkundige wijze ingezet. „Daar- om moeten we in de toekomst het wezen en de opdrachten van dat wapen anders begrijpen". Schr. bespreekt dan de wijze waarop en de gevechtshan delingen waarbij de pionieis volgens de moderne inzichten hunne zeer nut tigen arbeid dienen te volbrengen. Organisatie. The Journal of the United Service Institution of India, No 255. April 1929. „The new organization", kapitein B.C. Fletcher. Het artikel is een verhandeling over het tactisch gebruik van een bataljon dat is samengesteld uit een co. groep, een afdeeling van anti-tankwapens (zw. mitrs.), drie compagnieën inf. en één cie. mitrs. van 4 secties van 4 stukken elk Na een opmerking over het gemakkelijker samenwerken m oor logstijd wanneer zulks in vredestijd tusschen deze verschillende wapens in hetzelfde onderdeel reeds heeft plaats gehad, behandelt schr. achtereenvolgens de aanval en de verdediging, waarbij het gebruik der verschillende wapens wordt aangegeven. Revue militaire suisse. Mei lg29. „Menus propos sur Vartillerie"Schr. geeft beschouwingen over de bij hem binnengekomen antwoorden op de vraag gesteld door kolonel Lecomte, nl. of de artillerie het grootste aandeel zou hebben in de reorganisatie van de aardsche strijdkrachten. Wat de Zwitsersche verhoudingen betreft zegt schr.: „Om de uitwerking van de art. te vergrooten, moet men beginnen zich af te vragen of er geen ander meer zeker middel is, dan het aantal kanonnen te vermeerderen. Hier heeft men bv. drie zaken die reeds dadelijk de aandacht vragen: 1. een opvoeren.van de prestaties van het personeel; 2 een opvoeren van de prestaties van het 'materieel 3. een betere verdeeling van de taak en van het werk der twee wapens: de infanterie en de artillerie. 4 Schr. geeft dan in het kort aan op welke wijze hij zich voorstelt dat e.e.a. te bereiken is. lournal of the Royal United Service Institution, Februari nummer I929. Organization by threes", brigade-generaal O.C. Borrett. „Met de organisatie van dt inf. bataljons in 3 compagnieën en een mitr, cie. wordt een gunstige gelegenheid geboden een idee naar voren te brengen, dat het resultaat vormt van mijn ondervindingen uit den wereldoorlog". Schr. blijkt een groot voorstander van de 3-indeeling en wil die consequent doorvoeren m alle on derdeden. Gaat zelfs zoo ver te eischen dat te allen tijde, in aanval en verdediging steeds één compagnie in voorste lijn en de beide andere daar achter in de diepte zijn opgesteld. Want zegt hij, bij een 4-indeeling plaatst men bijna altijd 2 cieen voor en 2 daarachter, met als gevolg onvoldoende échelonneenng in de diepte. Artilleristische Rundschau. No. 1 April 1929. „Uber die Gliedeiung de Divisions-Artillerie Luit. generaal Frh. von Botzheim." Schr. betoogt dat de opvattingen uit den tijd vóór den oorlog en verder ook de overleveringen uit den stellingoorlog nog steeds van invloed zijn op de samenstelling van de div. art. vanbima alle legers. Hij ontwikkelt verder zijn ideeën omtrent het gebruik dier art. „Het versterkte mf.regt met zijn zware inf. wapens, batterijen voor den strijd op de kleinere afstanden, vechtwagen- eenheden, verbindinsgafdeeling, lichte inf. munitie-colonne en lichte art. mun

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 78