Hoe vreemd het ook aandoet, voor het Rijk der Nederlanden een
soortgelijke machtspolitiek te hooren propageeren, toch schijnt het,
dat er stemmen opgaan om ook voor Groot-Nederland één lucht
macht te organiseeren, die tezamen met de burgerluchtvaart
diensten en den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart, in politieken zin
éénhoofdig zou worden geleid. (Zie het Nederlandsche W. J. '28
Hoofdstuk III, bldz. 137 en 138). Voordat bedoelde stemmen met
autoritaire kracht hebben geklonken, is het niet noodig op dit onge
twijfeld grootsche denkbeeld al te diep in te gaan, maar ik wil toch
reeds thans de aandacht vestigen op de noodzakelijkheid om bij
het uitwerken van een dergelijk „Groot-Nederlandsch" luchtvaart
plan te blijven staan op de basis van een doelbewuste imperiale
machtspolitiek. En het is de vraag of het volk van Groot-Neder
land veel zal voelen voor de imperialistische idéé of er niet zal
móéten worden gewerkt met leuzen, die kortweg neergelegd zijn
in woorden als „nationale industrie", „werkverschaffing", e.d. en
of hieruit niet een vertroebeling der ideeën zal voortspruiten, zeer
ten nadeele van de Indische luchtvaart!
Beschouwen wij het vraagstuk thans alleen uit het militaire oog
punt van de Indische Defensie, dan blijkt dat ik in het bovenstaande
de wenschelijkheid van het scheppen eener luchtmacht voor onze
omstandigheden afhankelijk stel van de beantwoording der vragen:
a. Heeft een luchtmacht, wier sterkte binnen de grenzen van
ons kunnen valt, een redelijke kans om de vijandelijke vloot te
vernietigen?
b. Zal de vijand, gebruik makende van een vooruitgeschoven
luchtbasis, ons zijn wil trachten op te leggen door den inzet van
een luchtmacht?
Een bevestigend antwoord op een der beide vragen zal in begin
sel aan een Indische luchtmacht haar bestaansrecht geven.
Wat vraag a betreft, ik meen wel met zekerheid te kunnen zeg
gen dat het, om slechts een voorbeeld te noemen, voor een land
als de Vereenigde Staten mogelijk zou zijn een luchtvloot te schep
pen van voldoende kracht om een invasie te beletten, maar men
vrage niet ten koste van welke opofferingen! Amerika zou er wel
licht toe moeten besluiten om alle voor de totale weermacht te
bestemmen gelden beschikbaar te stellen enkel en alleen voor een
dergelijke luchtmacht, maar zulk een frontverandering is wel hoogst
onwaarschijnlijk te achten, want een mogendheid als Amerika zal
ter wille van haar afweerkracht nimmer haar machtspositie die
zij dankt aan de vloot, ten offer willen brengen immers alleen
de zeemacht kan haar het offensieve machtsmiddel verschaffen.
En hoe staat het in deze met ons? De benoodigde luchtstrijd
krachten zouden voor ons geval niet in belangrijke mate kunnen
verschillen van die, welke Amerika zal moeten inzetten, indien zij
haar grondgebied met vliegtuigen tegen een invasie wenscht te
793